Nieuws

Adriaan van Dis over ‘Ik doe krant’ van Françoise Kist

  • 26 september 2019
  • 1m

Soms lees je een boek dat je niet loslaat. Vol verhalen die je doen grommen en lachen tegelijk. Goed geschreven bovendien – lichtvoetig en ernstig. Zo’n boek is Ik doe krant. Ik las het met groot genoegen, maar moest het ook telkens wegleggen. Zo brak het bij me in… de kennismaking met al die jonge mensen, hun trauma’s en hun gebroken dromen… Vrijwel allemaal vluchtelingen die er het beste van proberen te maken: studenten, scholieren, maar ook ongeschoolden die snakken naar vrijheid en waardigheid.

Ik doe krant gaat over de lotgevallen van een vijftiental veelal uitgeprocedeerde asielzoekers uit Afrika, Latijns-Amerika, China; mensen die worden uitgebuit op de onzichtbare arbeidsmarkt en die niet hoeven te rekenen op solidariteit van andere onfortuinlijken. Jongens die de krant voor een habbekrats bezorgen voor een andere bezorger. Internet bedriegers. En al die misère is onderkoeld opgetekend door een keurige dame op leeftijd. Heel grappig soms. Ze doet geen beroep op onze schuldgevoelens. En ze is niet politiek correct. Al wat deze dame doet is arme sloebers helpen hun leven op orde te brengen, ze te helpen een zaak op te zetten in hun landen van herkomst. Hoe? Leer autorijden en misschien kan je dan chauffeur worden. Maar hoe haal je in Nederland een rijbewijs als je niet geregistreerd bent en geen burgerservicenummer hebt? De schrijfster koopt tweedehandsauto’s voor ze op, een tractor, een vrachtwagen, zet handeltjes op. Import-export. 

Ik doe krant is het vrolijkste en meest wanhopige boek dat ik ooit over de handel heb gelezen. Over al te ambtelijke hulpverleners en de doolhoven van de bureaucratie. Hier misschien nog wel meer dan ver weg in West-Afrika. Niks lukt. Door corruptie. Westerse arrogantie. En onvermogen. En toch houden de geportretteerde overlevers er wonderlijk de moed in. Net als de schrijfster, die op gepaste wijze de eigen en ónze zelfgenoegzaamheid en vooroordelen fileert. En zo is Ik doe krant uiteindelijk een boek over inburgeren in de ruimste zin van het woord geworden. Ook wij die het op afstand zo goed met andere voor hebben (zolang ze niet te dichtbij komen) moeten leren omgaan met veranderingen. Inburgeren gaat voor alle partijen moeizaam. Maar in het bijzonder voor de ontwortelden. En ook minder snel dan beleidsmakers hopen.

Of in de woorden van Françoise Kist: ‘Inburgeren is iemand dwingen een hutje te bouwen op het brandende fundament van zijn verleden. Het nieuwe hutje kan niet anders dan wegzakken in de gloeiende as.’

Lees dat boek. En houd de geest lenig.


Nieuws

Blader door onze Zomeraanbieding 2024

Onze Zomerjaarsaanbieding is binnen en hij is weer gevuld met prachtige non-fictietitels voor komend seizoen.

In De ruk naar rechts verheldert politiek verslaggever Wilco Boom op deskundige wijze de politieke staat van Nederland, Kathy Willis kijkt in Groene zintuigen op een radicaal andere manier naar de natuur en hoe het je gezonder kan maken, Vivian de …

Lees verder