Leesfragment, Voorpublicatie

Gevangenschap

  • 18 juli 2019
  • 2m

Leesfragment uit Levensdraden van Clare Hunter

Borduren is onopvallend. Je kunt het doen in gezelschap en toch blijven deelnemen aan het gesprek. Je kunt het in het geheim doen en je werk snel wegbergen als dat nodig is. Het is gemakkelijk weg te stoppen. Voor gevangenen – gescheiden van de mensen van wie ze houden, afgesneden van hun dagelijks leven – kan borduren een manier zijn om een vorm van zelfrespect te behouden. En omdat schrijven wordt gecensureerd, kan borduren een geheime manier van communicatie worden, van onafhankelijkheid. Het meest treffende borduurwerk is in gevangenschap ontstaan.

In 1977 voegde Glasgow Museums een kleine merklap toe aan hun permanente collectie van textiel. De merklap is netjes geborduurd op een crèmekleurige achtergrond met blauwe, zwarte, rode en gele zijden draad, en is te dateren rond 1830 als je afgaat op de kleren van de eenzame vrouw in de linkerbenedenhoek. De vrouw bevindt zich in een gevangeniscel. Het kleine getraliede venster, de ijzeren brits en de ketenen aan de muur zijn allemaal gedetailleerd weergegeven in piepkleine kruissteken. Ze is gekleed in een bloemetjesjurk en bijpassende muts. Rechts van haar is een doornstruik, wat wijst op Schotse herkomst, en daarnaast een pauw, het symbool van de liefde. Deze motieven en het kleine zelfportretje vallen in het niet bij een in het zwart geborduurd rijm dat de hele lap beslaat:

 

ik benijd victoria haar kroon niet

al haar goud is ijdelheid

ik ben gelukkiger in mijn cel

dan een koningin maar kan zijn

want goud noch rijkdom heb ik niet

niemand op aarde om mee te praten

maar ik heb iets wat nobeler is

de koning der koninginnen als gezelschap.

 

Eronder staat: gemaakt in ballingschap door I McK.

Niemand kent het verhaal van I McK of weet wie zij was. Het enige wat we van haar hebben is deze kleine merklap, die ze maakte om ons haar geestkracht te tonen.

De humaniste Elizabeth Fry was de eerste die borduurwerk introduceerde in gevangenissen. Toen ze in 1813 Newgate Prison bezocht in Londen, was ze ontzet over wat ze daar aantrof. Vrouwen en kinderen zaten bij elkaar gepropt, ongeacht de ernst van hun misdaad. Ze werden in mensonterende omstandigheden opgesloten, met nauwelijks zonlicht of frisse lucht, een afschuwelijke hygiëne, een hongerdieet en weinig omhanden. Ze stichtte de British Ladies’ Society for Promoting the Reformation of Female Prisoners om actie te voeren, niet alleen voor verbetering van de hygiëne en overbezetting, maar ook voor het verzorgen van educatiemogelijkheden, als basis voor rehabilitatie. Ze introduceerde naaiwerk, dat ze als rustgevend tijdverdrijf beschouwde. Fry gaf de voorkeur aan de patchworktechniek. Er was weinig ruimte voor nodig, omdat er aan kleine stukjes werd gewerkt; het was repetitief, wat een gefrustreerde geest kon kalmeren, en het was ook cumulatief, wat de bevrediging bood van groei, een gevoel dat gevangenen die door armoede in verval waren geraakt eigenlijk niet kenden. Bovendien stelde het vrouwen in staat om vaardigheden op het gebied van naaien aan te leren, die ze na hun vrijlating konden gebruiken om werk te vinden. Haar initiatief was verrassend succesvol en werd al snel overgenomen door andere vrouwengevangenissen in het land.

[…]

Mensen in gevangenschap worden door het gebrek aan ruimte en privacy, het constante toezicht en het gebrek aan middelen niet alleen beknot in hun onafhankelijkheid, maar ook in hun vermogen zich uit te drukken als individu. Dat laatste wordt het meest bedreigd. Voor sommigen is naaien, het achterlaten van een eigen teken, het borduren van een handtekening of beelden van een persoonlijke wereld, een manier om een vluchtige persoonlijkheid vast te houden en een identiteit te bewaren. De lichamelijkheid ervan – het aan elkaar naaien van stoffen, het creëren van textuur, het maken van iets tastbaars van weggegooide restjes – is een troostende metafoor voor persoonlijke groei in een situatie van onderdrukking. Elizabeth Fry koos naaldwerk als verlossende taak voor vrouwelijke gevangenen, niet alleen vanwege de economische implicaties, maar omdat het een tegengif bood voor de machteloosheid waarin ze verkeerden. Het bood de mogelijkheid van creatieve zelfexpressie. Haar motieven om naaldwerk te kiezen als redmiddel dat met name geschikt was voor het gevangenisleven staan nog steeds overeind. Het sociale project Fine Cell Work organiseert al sinds de jaren 1980 naaicursussen in overwegend mannengevangenissen, met steun van de Royal School of Needlework en vrijwilligers. Via een onlineshop, pop-upstores, exposities en veilingen worden de producten verkocht en steun en belangstelling gewekt. Fine Cell Work is opgericht door grote culturele instellingen als het Tate Modern, de National Gallery, English Heritage en het V&A; de schrijfster Tracey Chevalier bestelde een quilt, kunstenaar Ai Weiwei nodigde gevangenen uit om bijdragen te leveren aan zijn tentoonstelling in de Royal Academy, en op een schitterende replica van de Magna Carta, ontworpen door kunstenaar Cornelia Parker, hielpen gevangenen tekst te borduren, naast politici en dichters.


Nieuws

Ontvang een gratis exemplaar en schrijf een recensie!

Wil jij de eerste zijn die Levensdraden van Clare Hunter leest én wil je het boek gratis ontvangen? Laat ons dan weten op welke plekken je het zou willen recenseren (bijvoorbeeld op je eigen boekenblog of voor Hebban, Bol, Goodreads etc.) Uiteraard worden er geen voorwaarden gesteld aan de inhoud van je recensie. Levensdraden nog voor je vakantie …

Lees verder