Fragment uit Het hedendaagse heldenboek. 365 manieren om de wereld te redden (of in elk geval een beetje) van Rachel van de Pol.
365 verschillende manieren om de wereld te verbeteren
Stel dat je de mogelijkheid krijgt een superkracht te kiezen om daar de wereld mee te verbeteren? Zou je dat doen? Ongetwijfeld! Wie wil nou niet in een klap milieuproblemen, armoede en onrecht de wereld uit helpen? En dat is een stuk gemakkelijker als je de zwaartekracht beheerst of gedachten kunt beïnvloeden. Ik fantaseerde tot twee jaar geleden regelmatig over de heldendaden die ik zou verrichten met een superkracht, maar vaak eindigde mijn dagdroom met een rondje vliegen over de aarde – gewoon omdat ik dat leuk vond – en redde ik Ryan Gosling die toevallig net op dat moment uit een vliegtuig viel. Iedere keer als ik serieuzer nadacht over de mogelijkheden die een superkracht zou bieden, liep ik vast. Met de beheersing van wind zou ik sneller plastic uit de oceanen kunnen vissen, maar daarmee voorkwam ik niet dat mensen plastic in de oceaan zouden dumpen. Bovendien was het nog maar de vraag wat de bijkomende schade van zo’n windvlaag was. Als ik zo sterk zou zijn als de Hulk, kon ik misschien een paar vluchtelingen redden, maar ik veranderde er niet de mentaliteit van een verscheurd land in oorlog mee. Keer op keer kwam ik tot de conclusie dat zelfs superkrachten niet toereikend zijn om de wereld te redden.
Ondanks de beperkingen en complicaties die superkrachten in het echte leven met zich meebrengen, blijven we er onverminderd over fantaseren. Het is immers een aanlokkelijk idee dat we kunnen leunen op één heel bijzonder persoon die alles wat we anders zouden willen in de wereld, met een knip van zijn vingers kan regelen. Afgezien van dat het niet realistisch is, is het lekker makkelijk en het scheelt jezelf een hoop inspanning. Maar er kleeft een risico aan deze gedachte. Als we gericht zijn op het wachten en bewonderen van prestaties die bijna niemand kan verwezenlijken, vergeten we waar we zelf allemaal toe in staat zijn. Het valt niet te ontkennen dat we zonder superkrachten ook vluchtelingen kunnen helpen en de oceanen schoner kunnen maken, mits op kleinere schaal.
Eind 2013 vond ik dat ik genoeg tijd had verkwist met dagdromen en besloot ik het heft in eigen hand te nemen. Ik nam me voor om elke dag iets kleins te doen in plaats van iedere nacht te dromen over iets groots. En ik begon een blog. De website www.ikreddewereld.nl was snel gemaakt en op 1 januari 2014 begon mijn avontuur. Ik ruimde parken op, verraste ouderen met een glaasje advocaat, gaf vluchtelingen computerles, zeemde stiekem de ramen van de buren, zocht een milieuvriendelijke zonnebrand, kocht het handschrift van een dakloze; iedere dag leerde ik iets nieuws over zaken waar ik niet eerder bij stilstond, stelde ik vooroordelen bij, ontmoette ik mensen die ik nooit zou hebben gesproken als ik mijn blog niet was begonnen, belandde ik in vreemde avonturen en werd ik verrast door de welwillendheid van mensen om elkaar te helpen. Wat begon als een simpel idee, groeide uit tot een andere manier van denken en handelen die als een virus om zich heen greep.
Sinds mijn goede-daden-jaar fantaseer ik niet meer over grote gebeurtenissen waarin ik – misschien, als ik de moed heb – de held kan uithangen. Voor mij schuilt het heldendom in de optelsom van onze dagelijkse handelingen waarin we op zoek gaan naar de beste versie van onszelf. Inmiddels had ik 365 verschillende manieren uitgeprobeerd om de wereld te verbeteren, maar mijn zoektocht naar een heldhaftiger leven was nog niet klaar. Het jaar 2014 voelde als een op hol geslagen locomotief; ik had geen tijd om stil te staan bij de vragen waar ik tegenaan liep. Toen ik eindelijk uit kon stappen, was het tijd om op zoek te gaan naar antwoorden. Waarom werd ik zo gelukkig van het helpen van anderen? Waarom deden zoveel mensen met mij mee? Hoe kun je het effectiefst helpen? Waarom hebben goede bedoelingen soms een averechts effect? Waarom denken mensen dat de wereld verbeteren geen zin heeft? Is het erg om anderen te helpen uit eigenbelang? Hoe voorkom je dat je anderen gaat veroordelen? Wanneer doe je genoeg?
Het hedendaagse heldenboek is een bundeling van antwoorden op deze vragen en meer. Voor iedereen die geïnteresseerd is in een heldhaftiger bestaan, maar niet weet waar hij moet beginnen, biedt dit boek een mooie eerste stap. Gewapend met wetenschappelijk onderzoek en eigen ervaringen laat ik zien dat het helpen van anderen niet alleen goed is voor de wereld, maar ook voor jezelf. Ik leer je hoe je de valkuilen van een heldhaftig bestaan kunt omzeilen, of hoe je er in ieder geval beter mee om kunt gaan. Én ik deel meer dan honderd ideeën om de wereld (een klein beetje) te redden.
Anne Frank schreef in haar dagboek: ‘Wat geweldig dat niemand ook maar één moment hoeft te wachten met het verbeteren van de wereld.’
Sla een cape om, zet één stap vooruit, hoe klein ook en je zult merken dat het leven van een hedendaagse held vol zit met avontuur, dat je moediger blijkt te zijn dan je dacht, dat je meer van de wereld gaat begrijpen en bovenal dat wat jij doet, ertoe doet.
Waarom ik ging proberen de wereld te redden
Het gebeurde in de nacht van 4 november 2013. Rond vier uur werd ik wakker. Het ene moment nog in een diepe slaap en het andere moment mijn ogen wagenwijd geopend. Het leek wel een scène uit een spannende film. Ik ging rechtop zitten en dacht: holy shit, ik ga dit echt doen!
Nu zou ik kunnen schrijven dat de maan op dat moment een vreemde glans had die als een halo afstak tegen de ijskoude opaalblauwe nacht, maar eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe koud het was en wat de maan deed. Ik wist alleen dat het menens was.
Het was namelijk kraakhelder in mijn hoofd. Als je me op dat moment had gevraagd wat 214 keer 218 was, dan had ik het hoogstwaarschijnlijk uit kunnen rekenen. Normaal ben ik al blij als ik ’s nachts de wc kan vinden.
Bovendien was ik die nacht ongelofelijk kalm. Het voelde hetzelfde als toen ik op mijn achttiende na mijn eerste college wist dat ik de verkeerde studie had gekozen, op mijn 25ste wist dat ik van schrijven mijn beroep moest maken, op mijn 28ste besloot te stoppen met het eten van dieren en op mijn 29ste een einde aan mijn relatie maakte. En toen, op mijn 30ste besloot ik elke dag van het jaar een goede daad te verrichten. 365 dagen waarop ik de wereld een klein beetje probeerde te redden. Ik schrijf met opzet ‘een klein beetje’, want als ik zeg dat ik van plan was de hele wereld te redden, leg je het boek misschien opzij. Ik wil graag dat je doorleest, dus houd ik het nog even bescheiden.
Net als bij veel grote beslissingen in het leven, kwam ook mijn besluit om elke dag een goede daad te verrichten niet uit de lucht vallen. Het was het gevolg van iets wat al dagen, weken, zelfs jaren in mij sluimerde. Pogingen om de wereld te verbeteren waren me namelijk niet vreemd. Mijn eerste poging ondernam ik op mijn achtste. De laatste was onmiskenbaar de meest serieuze en bewust ondernomen poging, maar vloeide voort uit de lessen die ik uit mijn eerdere pogingen had getrokken.