Leesfragment

Leesfragment ‘De wereld van de puppy’

  • 10 augustus 2023
  • 3m

[…]

 

Er is geen tekort aan honden in mijn leven. Niet alleen woon ik in een stad waar het barst van de honden – veel ervan zijn zo gewend aan het stadsleven dat ze niet op- of omkijken als je in het voorbijgaan je hand uitsteekt om ze even over de kop te kriebelen – bij mij in huis wonen er ook al twee. Naast Upton maakt Finnegan deel uit van ons gezin, een innemend, goedmoedig karakter dat de komst van een baby, een andere hond en een poes heeft ondergaan met slechts af en toe een vernietigende blik op ons wegens het verpesten van zijn leven. En ik ben een hondenwetenschapper, ik onderzoek hun gedrag om erachter te komen wat er in hun hoofd omgaat. Bij Barnard College heb ik het Dog Cognition Lab opgericht, waar ik met medeonderzoekers honden observeer die met hun mensen naar de campus komen om mee te doen aan onze experimenten, of zich in hun huis of park aan onze blikken onderwerpen. Als wetenschapper en schrijver moet ik het woord ‘hond’ tienduizenden keren hebben getypt.

Toen het idee me niet meer los wilde laten moest ik denken aan Jean Piaget. Als vader van drie kinderen en pionier in de ontwikkelingspsychologie werd hij beroemd omdat hij met een dubbele pet op, als ouder en als wetenschapper, zijn eigen kinderen observeerde. Al kan ik zelf geen pup krijgen, hier zag ik een mogelijkheid om een wetenschappelijke bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkelingspsychologie van honden. Met als extraatje: een pup in mijn leven.

Wikken en wegen. De levenslange verantwoordelijkheid voor een ander wezen op je nemen is niet niks. Ook was ik een beetje huiverig dat een wilde, enthousiaste pup in huis de verhoudingen tussen ons en de honden zou verstoren. Tegelijk trok het grote onbekende me aan. Als ik over de puppytijd van mijn huidige honden niets meer te weten kon komen, kon ik op z’n minst deze puppy leren kennen in zijn hele hond-zijn.

Dat we zo weinig weten over de eerste periode van een hondenleven is bij toeval ontstaan, een bijkomstigheid van hoe onze maatschappij tegen honden aankijkt. Tweehonderd jaar geleden hadden we een ander soort relatie met ze. Honden woonden zelden bij mensen in huis; ze leefden eerder op een erf, op straat of in het buitengebied dan bij ons op bed. Handel in rashonden was er nauwelijks, laat staan dat er winkels bestonden waar een pup aangeschaft kon worden – met bijbehorende accessoires. Ongecontroleerd hondenfokken had nog niet de enorme overpopulatie veroorzaakt die geleid heeft tot het oprichten van hondenpensions en vervolgens asiels en stichtingen die bemiddelen bij het herplaatsen van honden. Pakweg tweehonderd jaar geleden waren mensen wel bekend met pups, vaak al vanaf de worp. De levens van mens en hond waren met elkaar verweven van begin tot eind – niet altijd in het voordeel van de dieren.

Dat is nu voorbij. En een gevolg van hoe wij tegenwoordig met honden omgaan is dat de meeste mensen niet alleen het nestje en de eerste weken missen, maar zelfs de eerste maanden van de pup bij hen thuis. De snelle ontwikkeling van honden – in één jaar van pasgeborene tot puberende jongvolwassene – vindt plaats terwijl hun mens probeert om zowel het huisdier als zichzelf te laten wennen aan het nieuwe leven samen. We zijn druk met zindelijk maken, wandeltraining, afleren van speels bijten en overal op kauwen, wat allemaal hoort bij de manier waarop we tegenwoordig de eerste maanden van een hond in een nieuw gezin vormgeven. Door ons te concentreren op gedragstraining missen we de enorme ontwikkeling die de pup doormaakt – equivalent aan de kleuter- en kinderfase, puberteit en adolescentie bij de mens – en zien we pas achteraf dat ze is uitgegroeid tot zichzelf.

De meeste hondenboeken zijn handleidingen. Gefeliciteerd met de aanschaf van dit intelligente, harige, schattige apparaat. Hoe werkt het? In plaats van te doen wat er voorgeschreven wordt, wilde ik een pup zelf volgen bij het ontdekken van haar nieuwe wereld en haar kennismaking met argwanende oudere honden, een plagerige poes met scherpe klauwen en een jongen die met zijn enthousiasme en energie een brug tussen hond en mens zou slaan. Door een stap terug te doen en de ontwikkelingen van onze nieuwe pupil van week tot week te observeren, hoopte ik meer te weten te komen over hondengedrag dan ik zou leren als ik me zou concentreren op de opvoeding en cursussen. Ik wilde leren kijken vanuit het perspectief van een pup; naar hoe zij de wereld ziet en ruikt, hoe ze hier betekenis aan geeft en hoe haar karakter zich ontwikkelt. Op elk moment en in elke ontwikkelingsfase wilde ik afstand nemen om na te gaan wat de wetenschap of de geschiedenis van honden ons kan vertellen over het gedrag van puppy’s. Ik wilde haar eerste levensfasen vergelijken met die van wolvenpups en die van een aantal andere hondenpups die werden afgericht als werkhonden: professionele speurhonden. De uitgebreide wetenschappelijke kennis over kinderen zou me ook helpen om te begrijpen wat er met dit jonge wezen gebeurde. Met andere woorden, deze pup zou mijn onderwerp én mijn hond worden, door haar gedragingen mee te maken, te onderzoeken en in context te plaatsen. Als we hier goed doorheen kwamen, hoopte ik haar te hebben leren kennen zoals ik nog nooit een hond heb gekend.

Ze is hier nu bij me, kom maar kennismaken. Door mijn idee te volgen werd ik getuige van de transformatie van een jankend harig bolletje in een uitzonderlijk gevoelige, bijzonder beweeglijke, lieve, aanhankelijke persoonlijkheid en een echt gezinslid.


Verder lezen? Bekijk De wereld van de puppy