Nieuws

Leesfragment ‘Een kwestie van dood en leven’ – Irvin D. Yalom en Marilyn Yalom

  • 9 maart 2021
  • 1m

[…] mijn lieve vrouw Marilyn, de belangrijkste persoon in mijn leven sinds ik vijftien was, lijdt aan een ernstige ziekte en mijn eigen leven voelt gevaarlijk broos aan.

Toch ben ik vreemd genoeg heel rustig, bijna sereen. Waarom ben ik niet doodsbang? Ik blijf mezelf die vreemde vraag maar stellen. Ik ben een groot deel van mijn leven kerngezond geweest, maar ergens heb ik altijd geleden aan angst voor de dood.

Ik geloof dat mijn onderzoek naar en mijn boeken over doodsangst, net als mijn voortdurende inspanningen om patiënten die de dood in de ogen keken te helpen, gedreven werden door mijn eigen angsten. Waar is die angst nu gebleven? Vanwaar die kalmte, nu de dood zó dichtbij is gekomen?

De dagen verstrijken en onze ellende verdwijnt wat meer naar de achtergrond. Marilyn en ik zitten in de ochtend naast elkaar in onze achtertuin. We kijken naar de bomen en houden elkaars hand vast, terwijl we herinneringen ophalen aan ons leven samen. We denken terug aan onze vele reizen: onze twee jaar in Hawaï toen ik in het leger zat en we op een schitterend strand bij Kailua woonden, onze sabbatical in Londen, nog een halfjaar in de buurt van Oxford, enkele maanden in Parijs, andere lange verblijven op de Seychellen, Bali, in Frankrijk, Oostenrijk en Italië.

We gaan helemaal op in die heerlijke herinneringen, waarna Marilyn in mijn hand knijpt en zegt: ‘Irv, er is niets wat ik anders had willen doen.’

Ik ben het helemaal met haar eens.

We hebben allebei het gevoel dat we alles uit ons leven hebben gehaald. Van alle ideeën die ik heb gebruikt om patiënten met doodsangst te helpen is het beste en sterkste dat van een leven zonder spijt. Marilyn en ik hebben allebei nergens spijt van. We hebben er alles uitgehaald wat erin zat. We hebben nooit nagelaten om nieuwe dingen te onderzoeken en nu hebben we nog maar heel weinig ongeleefd leven over.

Marilyn gaat naar binnen voor een middagslaapje. De chemo trekt alle energie uit haar en vaak slaapt ze een groot deel van de dag. Ik leun achterover in mijn chaise longue en denk aan mijn vele patiënten die overmand werden door hun angst voor de dood – en aan de vele filosofen die de dood recht in de ogen hebben gekeken. Tweeduizend jaar geleden zei Seneca: ‘Een mens kan niet voorbereid zijn op de dood als hij nog maar net is begonnen te leven. We moeten ons ten doel stellen om genoeg geleefd te hebben.’ Nietzsche, de meester van de pakkende frase, zei: ‘Veilig leven is gevaarlijk.’ En er komt nog een ander Nietzsche-citaat bij me op: ‘Velen sterven te laat, sommigen sterven te vroeg. Sterf op het juiste moment!’

Hmmm, het juiste moment… Die komt hard aan. Ik ben bijna 88 en Marilyn is 87. Onze kinderen en doen het goed. Ik vrees dat ik geen boeken meer in me heb. Ik ben bezig mijn psychiatrische praktijk op te geven en mijn vrouw is ernstig ziek geworden.

‘Sterf op het juiste moment.’ Het valt niet mee om dat uit mijn hoofd te krijgen. En ineens komt er nog een uitspraak van Nietzsche bij me boven: ‘Wat volmaakt is geworden, alles wat rijp is, wil sterven. Alles wat onrijp is, wil leven. Alles wat lijdt, wil leven, opdat het rijp kan worden, en vreugdevol en verlangend – verlangend naar dat wat verder is, hoger, feller.’

En ja, ook die komt hard binnen. Rijpheid, dat past wel. Rijpheid is precies waar Marilyn en ik nu zijn.