Vrienden en netwerken
Onder de twaalf slachtoffers van de schietpartij van 12 juli 2012 in een bioscoop in Aurora, Colorado, bevonden zich drie jonge mannen van in de twintig die hun lichaam als schild gebruikten om anderen tegen kogels te beschermen. Zodra het schieten begon, duwde Jon Blunk zijn vriendin Jansen Young, met wie hij negen maanden een relatie had, op de grond en wierp zich boven op haar. Alex Teves deed hetzelfde met zijn vriendin Amanda Lindgren, met wie hij een jaar samen was. En Matt McQuinn ging tussen de moordenaar en zijn vriendin Yowler staan toen het schieten voortduurde. Alle drie de vrouwen hebben het overleefd.
Lindgren beschreef de ervaring als volgt: ‘Ik wist eerst helemaal niet wat er aan de hand was […]. Maar Alex leek geen moment te aarzelen. Want ik zat daar een minuut zonder te weten wat er gebeurde, en ik mocht van hem niet opstaan en hij bedekte mijn hoofd en zei: “Sst. Blijf zitten. Niks aan de hand. Sst, gewoon blijven zitten.” Dus dat deed ik.’ Op dezelfde manier duwde Blunk Young onder een stoel. ‘Hij ging tegen me aan liggen en zorgde ervoor dat ik met de andere kant van mijn lichaam tegen de betonnen zitplaatsen lag. Ik was helemaal ingesloten,’ vertelde Young later. Nadat het schieten was opgehouden, verliet Young als laatste de bioscoop. Ze wilde opstaan toen ze besefte dat Blunk ‘helemaal nat’ was. Ze kon niet geloven wat er gebeurd was en ‘ze probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat iemand een waterballon moest hebben gegooid’.
Mensen offeren hun leven op voor hun partner en voor hun kinderen en andere verwanten. Gezien verwantschapsselectie en de andere processen die we eerder hebben besproken, zou dit ons vanuit evolutionair oogpunt niet moeten verbazen, al zijn gevallen als Aurora erg aangrijpend. Mensen offeren hun leven echter ook op voor vrienden, wat veel moeilijker te verklaren is. Op het slagveld gebeurt het natuurlijk dat soldaten hun leven opofferen voor niet-verwanten, maar zij zijn getraind op wederzijdse opoffering tegen een gemeenschappelijke vijand. Het verbazingwekkende is dat mensen soms ook zulke heldhaftige opofferingen doen voor hun vrienden, mensen aan wie ze niet verwant zijn, en zonder erop getraind te zijn hen te beschermen.
Dit gevoel wordt prachtig beschreven in het Nieuwe Testament: ‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor anderen.’ President Obama citeerde dat Bijbelvers in januari 2016 ter herinnering aan Zaevion Dobson, een vijftienjarige jongen in Knoxville, Tennessee, die zich over drie vriendinnen had geworpen om hen tegen geschutvuur te beschermen. Dobson en zijn vriendinnen hadden op hun veranda gezeten toen er in het wilde weg op hen werd geschoten. Alle drie de meisjes overleefden het, Dobson stierf. Hoewel dergelijke daden van opoffering meestal door mannen worden verricht, overleed de zeventienjarige Rebecca Townsend in juli 2015 nadat ze haar vriend Ben Arne weg had geduwd uit de baan van een naderende auto. Later zei Ben: ‘Het laatste wat ik me herinner, is dat Rebecca me een zet gaf en zei dat ik op moest schieten.’ Later vonden haar ouders een bucketlist die Rebecca twee jaar eerder had geschreven: ‘Zoenen in de regen, naar Spanje vliegen, iemands leven redden.’
Vrienden brengen andere waardevolle offers, zoals een nier aan iemand afstaan of in oorlogstijd in een gevangenkamp het weinige voedsel met anderen delen. We zien dat de extreme genegenheid die mensen voor elkaar kunnen voelen, zich niet beperkt tot seksuele partners of bloedverwanten. Vriendschap is krachtig. Sterker nog, mijn vriend Dan Gilbert, hoogleraar psychologie aan Harvard en de auteur van Stumbling on Happiness, stelt dat vriendschap een van de voornaamste bepalende factoren voor geluk is, belangrijker nog dan het huwelijk.