Leesfragment uit Vrienden tegen wil en dank van Wilma Borgman en Max van Weezel
De pijn die de deelname aan het tweede kabinet-Rutte de PvdA bezorgde, werd na de verkiezingsnederlaag van 15 maart 2017 volop zichtbaar. Maar ook de VVD leed in stilte. Van 41 zetels bij de verkiezingen van 2012 naar 33 zetels in 2017 – het werd gevierd als een triomf, want de partij was wel de grootste gebleven. En de uitslag was beter dan gedacht: maandenlang stond de VVD in de peilingen tussen de 24 en 28 zetels.
Dat in het weekend voor de verkiezingen een rel uitbrak met Turkije, heeft volgens sommige analisten de VVD een handje geholpen. Eerst werd een vliegtuig met de Turkse minister van Buitenlandse Zaken aan boord de landingsrechten ontzegd. Vervolgens zette het kabinet de Turkse minister van Familiezaken, die in Rotterdam was opgedoken om campagne te voeren, zo stevig onder druk dat ze het land verliet. Het hele kabinet stond erachter, toch was het vooral de premier die de credits ervoor kreeg.
Bert Koenders daarover: ‘Het was een van de spannendste weekenden die ik heb meegemaakt. Het was een fors besluit om mijn Turkse collega niet toe te laten tot Nederlands grondgebied. Dat besluit heb ik samen met Mark Rutte genomen. Dan denkt iedereen: het heeft de VVD meer opgeleverd dan de PvdA, maar volgens onderzoek heeft het maar 1 of 2 zetels verschil uitgemaakt. Ik geloof niet dat het van grote invloed is geweest op de uitslag van de verkiezingen. Ik had geen ander besluit willen nemen. Het verlies van de PvdA en de winst van de VVD ten opzichte van de peilingen is daaruit niet te verklaren.’
PvdA’er Koenders trad halverwege de periode tot het kabinet toe. Zijn voorganger Frans Timmermans was een van de negen bewindspersonen die vroegtijdig vertrokken. Timmermans ging vanwege zijn benoeming tot vicepresident van de Europese Commissie in oktober 2014. Helemaal tegen het eind van de kabinetsperiode, in september 2017, aanvaardde ook PvdA-staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken een andere betrekking: lid van de Raad van Bestuur van de NPO. PvdA’er Co Verdaas (óók EZ) was al binnen een paar weken staatssecretaris-af vanwege ondeugdelijke declaraties in zijn tijd als gedeputeerde van de provincie Gelderland; VVD’er Frans Weekers verloor begin 2014 het vertrouwen van de coalitie vanwege de chaos bij de Belastingdienst die onder hem viel; PvdA’er Wilma Mansveld vertrok najaar 2015 als staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu na een kritisch rapport van een parlementaire enquêtecommissie over de hogesnelheidstrein Fyra; VVD’er Jeanine Hennis trad in oktober 2017 als minister van Defensie af, omdat ze zich politiek verantwoordelijk voelde voor de aanschaf van ondeugdelijke mortiergranaten in 2006, toen ze zelf nog lid van het Europees Parlement was.
Niet eerder vertoond was de gang van zaken op het ministerie van Veiligheid en Justitie: daar zagen ze binnen twee jaar maar liefst drie VVD-bewindslieden vertrekken. Ivo Opstelten, omdat hij de Kamer onjuist had ingelicht over de zoektocht naar het bonnetje van de Teevendeal; Fred Teeven, omdat hij onmogelijk kon aanblijven toen zijn minister moest aftreden vanwege een deal die hij had gesloten; en Ard van der Steur, die er niet in was geslaagd orde op zaken te stellen op VenJ.