Nieuws

mr.dr. Gelijn Molier over ‘Een steeds hechter verbond’ van Hans Nieuwenhuis

  • 11 november 2015
  • 4m

‘Een Steeds Hechter Verbond. Europa op weg naar Europa’ is een echt Nieuwenhuisiaans boek geworden: citaten uit de klassieke mythologie worden afgewisseld met een advertentie voor Second Love; grote literaire teksten worden van puntig commentaar voorzien en in verband gebracht met de actualiteit, een veelheid aan onderwerpen passeert de revue; om er slechts enkele te noemen ter illustratie van de rijkheid van het boek: de kwestie van de Russische ziel, positieve discriminatie bij het benoemen van vrouwelijke hoogleraren aan de rechtenfaculteit te Leiden en de codex van verboden boeken; en passant wordt Thierry Baudet’s stelling dat slechts de natiestaat kan dienen als huis van de democratische rechtsstaat (door Hans) genadeloos weerlegd, hetzelfde geldt voor T.S. Eliot’s stelling dat ‘only a christian culture could have produced a Voltaire or Nietzsche’ en in het kader van het hoofdstuk over vrijheden treffen we een pleidooi aan om aanzetten tot haat te schrappen uit art. 137 d van het wetboek van Strafrecht.

Dit alles wordt gestaafd met mooie verhalen en historische voorbeelden ter onderbouwing van de argumentatie. Het is dan ook een bijzonder rijk boek geworden, dat een veelheid aan grote thema’s aansnijdt; een boek, kortom, dat alleen Hans zou hebben kunnen schrijven.

Onder de vele onderwerpen die aan bod komen wil ik er één punt uitlichten, dat naar mijn mening één van de belangrijkere thema’s van het boek vormt en dat ook als motto van het boek zou kunnen dienen, te weten:

Zonder ‘waarden’ gaat het niet, maar die waarden zijn wel ‘krijgsbuit’.

Het verhaal van Europa zoals Hans dat beschrijft kan worden samengevat als ‘een waardengemeenschap is mooi, maar wanneer er geen harde macht tegenover staat om die waarden daadwerkelijk uit te kunnen dragen en te handhaven dan gaat die waardengemeenschap uiteindelijk ten onder’. In termen van de theorie van de internationale betrekkingen gaat het om legitimiteit EN macht; wil een orde als internationale orde of als internationaal systeem kunnen (voort)bestaan dan zijn beiden noodzakelijk, aldus b.v. ook Henry Kissinger in zijn meest recente boek World Order . Hans laat dit fundamentele uitgangspunt heel mooi zien aan de hand van de klassieke mythologische verhalen en de grote Europese literatuur, alsmede op grond van een beschrijving van bepaalde episoden uit de geschiedenis van Europa . Daarmee komt het boek precies op het juist moment want beiden, zowel de legitimiteit (in de vorm van de Europese waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit) als de macht van De Europese Unie staan op dit moment zwaar onder druk.

En waar Kissinger ruim 400 pagina’s nodig heeft om duidelijk te maken dat voor iedere internationale orde om als orde te kunnen (voort)bestaan twee zaken noodzakelijk zijn: als gezegd legitimiteit EN macht, maakt Hans dit inzicht in veel minder pagina’s op literaire wijze aanschouwelijk.

Ik begin eerst met een stuk tekst uit Kissingers in 2014 verschenen World Order en dan eindig ik met de tekst van Hans; op deze wijze komt Hans’ literaire stijl nog meer tot uiting en hoop ik tevens duidelijk te maken dat de historisch-literaire blik vaak een grotere zeggingskracht heeft dan de strikt analytische [blik].

 

Kissinger

Wereldorde

“Europa, dat minder dan een eeuw geleden nog het monopolie had op de inrichting van de wereldorde, loopt het gevaar zichzelf te isoleren van de huidige zoektocht naar een wereldorde door te denken dat de totstandkoming van de interne structuur tevens de uiteindelijke geopolitieke doelstelling is. Voor menigeen is de totstandkoming van een droom die vele generaties hebben gekoesterd – een verenigd, vreedzaam continent dat afziet van alle verdere machtsstrijd. Maar hoewel de waarden die Europa uitdraagt bij deze voorzichtige benadering vaak een inspiratie vormen, zijn er verder maar weinig regio’s die zo sterk hebben ingezet op dit unieke beleid, en dat betekent dat het evenwicht mogelijk verloren zal gaan. De ontluikende organisatie van ‘regels en normen’ zal geen afdoende vehikel vormen voor een wereldwijde strategie, tenzij men daarnaast rekenschap aflegt van de geopolitiek realiteit. […] En ironisch genoeg heeft Europa, hoewel het zelf het concept van het machtsevenwicht heeft ontworpen, bewust het machtselement ernstig ingeperkt in zijn nieuwe instituties. Omdat het zijn militaire vermogens heeft beperkt, is Europa nauwelijks in staat te reageren wanneer universele normen worden geschonden.”

Tot zover Kissinger.

En dan wil ik nu eindigen met de woorden van Hans die tevens de laatste woorden van het boek zijn; in de laatste paragraaf van zijn boek getiteld Kolen en staal; ijzer en leem maakt Hans hetzelfde punt als Kissinger, maar dan op prachtig literaire wijze aan de hand van een verhaal uit het bijbel-boek Daniël dat tegelijkertijd duidelijk maakt hoe krachtig verhalen kunnen zijn omdat het literaire beeld dat uit het verhaal van Daniël oprijst in een klap de achilleshiel van de Europese Unie inzichtelijk maakt.

Dan nu Nieuwenhuis

Kolen en staal; ijzer en leem

“Kolen en staal vormden in 1951 de grondstoffen voor het fundament van de Europese Unie. Maar staat dit verhaal tussen de volkeren van Europa niet op voeten, deels van ijzer, deels van leem? En zullen die voeten niet worden verbrijzeld door een grote steen, zoals voorspeld door de profeet Daniël, bij gelegenheid van zijn uitlegging van de droom van de Babylonische koning Nebudkadnessar?

‘U, majesteit hebt een visioen gehad. U zag een groot beeld. Dat beeld was reusachtig en bezat een prachtige glans. Het stond voor u en de aanblik ervan was afschrikwekkend. Het hoofd van het beeld was van zuiver goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en lendenen van brons, zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer, deels van leem. U zag hoe een steen losraakte, zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam, hoe de steen tegen de ijzeren en lemen voeten van het beeld sloeg en ze verbrijzelde.’

Als we afzien van de fysieke kwaliteiten van (gebakken) leem en de droom van Nebukadnessar opvatten als allegorie: het vierde en laatste rijk, in afwachting van de komst van het Koninkrijk Gods, als een reus op lemen voeten, blijft de vraag of de Europese Unie niet onontkoombaar moet worden aangemerkt als een reus op lemen voeten. Een reus wegens haar economische omvang; in 2013 was de EU met een bruto binnenlands product (BBP) van ruim zeventien biljoen dollar de grootste economische macht ter wereld; op lemen voeten wegens het ontbreken van voldoende politieke en militaire slagvaardigheid.

Een reus op lemen voeten; de beroemde illustratie van ‘that great LEVIATHAN, or rather, to speak more reverently, of that mortal god to which we owe, under the immortal God, our peace and defence. De tekenaar van (Hobbes) Leviathan laat de voeten buiten beeld. Toch zijn stevige voeten onmisbaar. Geen economische grootmacht kan op de been blijven zonder te beschikken over een paar voeten, die zo nodig, een ferme trap kunnen uitdelen. Niet nodig is dat wordt overgegaan tot de oprichting van één leger onder eenhoofdige leiding. Wel is vereist dat de coördinatie zodanig is dat gevolg kan worden gegeven aan een beproefd strategisch devies: getrennt marschieren, vereint schlagen. Het Pruisische leger onder Blücher en het Engelse leger onder Wellington (bijgestaan door Nederlandse troepen aangevoerd door de latere koning Willem II) versloegen in 1815 bij Waterloo het Franse leger onder Napoleon. Na afloop van de slag ontmoetten Blücher en Wellington elkaar bij de herberg La Belle Alliance. Een herberg met deze naam, gelegen op enkele kilometers van Brussel; het is geen slechte pleisterplaats voor de volkeren van Europa op weg naar een steeds hechter verbond.”

mr.dr. G. Molier is als universitair hoofddocent verbonden aan de afdeling Encyclopedie van de Rechtenfaculteit


Nieuws

‘Een steeds hechter verbond. Europa op weg naar Europa’

‘Dit boek is één lange, erudiete verkenningstocht naar wat Europeanen cultureel bindt, en een waarschuwing om het niet wéér onbezonnen te grabbel te gooien.’ NRC

Rome, 1957. Het leek zo mooi: zes nationale staten, Italië, Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, België, Nederland en Luxemburg, kwamen overeen samen op weg te gaan naar ‘een steeds hechter verbond …

Lees verder