Leesfragment

‘Op je gezondheid’

  • 4 oktober 2016
  • 11m

Alcohol. We drinken het bijna allemaal. Dat is misschien niet zo verwonderlijk aangezien het niet alleen lekker smaakt (al moet je soms er even aan wennen) maar ook een fijn gevoel geeft. De stof ontspant, maakt ons zelfverzekerd, optimistisch, vrolijk en sociaal. Wie wil dat niet? Vandaar dat meer dan acht van de tien Nederlanders het stofje tot zich neemt. En toch is alcohol, na het roken van tabak, de belangrijkste te voorkomen oorzaak van sterfte ter wereld. Maar ik denk dat de meesten van u dat niet weten. Misschien ook niet zo vreemd aangezien de informatie die u over alcohol hoort en leest op zijn zachtst gezegd verwarrend is. Want, wordt niet beweerd dat (een beetje) alcohol zelfs gezond is? Alcoholgebruik associëren met een van de belangrijkste oorzaken van sterfte ter wereld ligt dus helemaal niet zo voor de hand. Integendeel, ik ken veel mensen die het gevoel hebben hun gezondheid te bevorderen door geregeld alcohol te drinken.

Vandaar dat ik besloten heb dit boek te schrijven. Want u, de consument, heeft het recht, zo zie ik het althans, op het hele verhaal over alcohol. Ik heb dat, toen ik lid was van de Gezondheidsraad, het adviesorgaan van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), ook geregeld gesuggereerd. Zou het niet goed zijn om een advies uit te brengen over de effecten van alcohol op de gezondheid stelde ik telkens voor wanneer het mijn beurt was bij de rondvraag. Om de verwarring weg te nemen, was mijn argument. Immers, de Gezondheidsraad is bij uitstek het orgaan dat toegerust is dit soort adviezen te geven. Maar dat leek niet te lukken, dus, ongeduldig als ik ben, besloot ik er zelf een boekje over open te doen. Letterlijk dus. Intussen, nadat mijn termijn bij de Gezondheidsraad was afgelopen, heeft de Raad inderdaad een op zijn gebruikelijk gedegen wijze een advies over het gebruik van alcohol gegeven. Niet alleen dat, het vorige advies (uit 2006) is aanzienlijk aangescherpt. Luidde het voorheen maximaal twee glazen per dag voor mannen en één voor vrouwen, nu is het: drink geen alcohol of in elk geval niet meer dan een glas per dag.

Deze aanzienlijke verscherping van het advies berust niet op toeval.

 

Kahn_quote 1_1200x600

Hoe alcohol borstkanker veroorzaakt

Hoewel nog niet geheel begrepen en opgehelderd, gaat men er nu van uit dat alcohol via verhoging van oestrogeen, een belangrijk (vrouwelijk) geslachtshormoon, tot borstkanker leidt.

Aangezien het risico op het ontstaan van borstkanker wordt vergroot door oestrogenen, zou alcohol via deze indirecte weg de kans op het ontwikkelen van borstkanker (voor bepaalde oestrogeengevoelige typen borstkanker) stimuleren. Inderdaad blijkt dat toevoeging van alcohol aan het drinkwater van (vrouwelijke) muizen bij 45 procent van deze diertjes borstkanker induceert, maar bij geen van de muizen die gewoon kraanwater te drinken krijgen. Dat dit mechanisme via oestrogenen verloopt is aannemelijk aangezien chronische toediening van alcohol leidt tot een sterke toename van dit hormoon bij proefdieren. Bij de mens is hetzelfde gevonden: oestrogenen nemen significant toe bij vrouwen in de menopauze (de leeftijd dat het risico op borstkanker het grootst is) na toediening van slechts twee tot drie eenheden alcohol per dag, en dit effect treedt al na acht weken op. Maar ook bij ovulerende vrouwen wordt eenzelfde resultaat gezien, en misschien nog wel sterker dan tijdens de menopauze, want zelfs een enkele dosis alcohol leidde onmiddellijk tot een sterke toename van oestradiol, een oestrogeen, in het bloed. Ook blijkt dat alcohol niet alleen de hoeveelheid oestrogene hormonen in het bloed doet toenemen; alcohol versterkt het effect van deze hormonen op de borstklieren zelf, waardoor meer celdelingen optreden.

Je zou verwachten dat, als het kankerverwekkende effect van alcohol inderdaad via de oestrogeenreceptor in de borstklieren tot stand komt, alcoholgebruik met name aanleiding geeft tot oestrogeengevoelige borsttumoren. Dat klopt: de borstkanker die bij vrouwen wordt gezien die (veel) alcohol consumeren, is met name van het oestrogeen-positieve type.

Een andere verklaring voor het effect van alcohol op het ontstaan van borstkanker is dat acetaldehyde direct tot schade in de borstklieren leidt. Acetaldehyde bindt snel aan eiwitten en DNA, waar het carcinogene effecten sorteert. Daarnaast vermindert het de antioxidatieve verdedigingssystemen in ons lichaam wat als gevolg kan hebben dat het lichaam beginnende kanker minder goed kan bedwingen (als gezegd: er ontstaan voortdurend abnormale cellen in ons lichaam, die wanneer ze niet door ons immuunsysteem zouden worden verwijderd, kunnen uitgroeien tot kanker). Acetaldehyde kan dus op twee verschillende manieren tot kanker leiden: direct, door DNA te beschadigen, indirect door ons afweersysteem te remmen waardoor ons lichaam abnormale cellen niet of onvoldoende als zodanig herkent en opruimt. Opmerkelijk is dat acetaldehyde zich opstapelt in borstweefsel, zelfs al na een enkele dosis alcohol. Wellicht dat alcohol in de borstklier wordt opgenomen en daar wordt afgebroken tot het giftige acetaldehyde.

 

Kahn_quote 2_1200x600

Alcohol is de oorzaak, geen gevolg.

Dit is overtuigend aangetoond in studies waarbij studenten zijn ondervraagd over hun alcoholgebruik en het plegen van geweld in hun intieme relaties. Eerdere studies hadden al laten zien dat 15 tot 20 procent van de mannelijke studenten fysieke en/of seksuele agressie vertoont ten opzichte van de partner met wie ze (geregeld) uitgaan; daar blijkt alcohol een grote rol in te spelen. Maar wederom doet zich de vraag voor: is alcohol de oorzaak?

Om die vraag te beantwoorden, werden 184 studenten onderzocht. Zij hadden allen een vaste relatie en vulden twee maanden lang dagelijks (anoniem) een elektronische vragenlijst in over hun alcoholgebruik en het optreden van geweld in hun relatie. Vanwege deze precieze meting kon niet alleen goed in kaart worden gebracht of geweld plaatsvond maar ook of de eventuele mishandeling volgde op, of voorafging aan, het drinken van alcohol (dus, oorzaak of gevolg was). De resultaten lieten weinig aan de fantasie over: bij de mannelijke studenten was de kans op fysiek gewelddadig gedrag ten opzichte van hun partner bijna vier keer zo groot nadat ze gedronken hadden in vergelijking met de dagen dat ze geen drank hadden aangeraakt (bij vrouwen lag het risico op geweld 60 procent hoger op de dagen dat ze hadden gedronken). Psychologische agressie (schelden, ruziemaken) werd meer dan zeven keer zo vaak gezien op dagen dat alcohol werd gedronken. Dit effect was niet toe te schrijven aan het gebruik van andere drugs of aan (slechte) studieresultaten. Wel bleek dat studenten met een antisociale persoonlijkheid eerder overgingen tot fysiek geweld terwijl studenten zonder deze stoornis hun partner bij voorkeur psychologisch mishandelden.

Deze studie laat er geen twijfel over bestaan dat alcoholgebruik voorafgaat aan fysiek en psychologisch geweld in de intieme relatie (dus oorzaak en geen gevolg is) en ook dat dit effect enorm groot is: alcohol vergroot de kans op fysiek geweld met een factor vier. Een tweede studie volgde enkele jaren later. De opzet was dezelfde als die hiervoor beschreven, maar het tijdstip van alcoholgebruik werd nauwkeuriger vastgelegd. De uitkomst was hetzelfde: psychologisch, fysiek en seksueel geweld ten opzichte van de partner nemen toe nadat alcohol is genuttigd. Hoe meer alcohol wordt gedronken, des te groter het risico op partnergeweld. Fysiek geweld trad twee keer zo vaak op wanneer de pleger vier of minder glazen alcohol had gedronken; het risico op geweld verviervoudigde wanneer meer dan die hoeveelheid was gebruikt. De kans op psychologisch geweld ten opzichte van de partner nam niet toe bij matig drinken maar met 70 procent wanneer vijf of meer glazen alcohol waren genuttigd. Seksueel geweld, ten slotte, verviervoudigde wanneer alcohol was gebruikt voorafgaande aan het contact. Indrukwekkende getallen en wellicht, in het licht van de vele anekdotische gegevens, niet verbazingwekkend. Opmerkelijker is dat er relatief weinig studies zijn verricht naar de invloed van alcohol op relationeel (seksueel) geweld. Dat alcohol hier een uitgesproken negatieve rol in speelt, is duidelijk. Dat er nog steeds nauwelijks aandacht aan wordt besteed evenzo.

 

Kahn_quote 3_1200x600

Moord en doodslag

Zo alcohol een rol speelt bij geweld ten opzichte van de (vaste) partner, is het middel ook op een breder maatschappelijk niveau nauw betrokken bij het optreden van geweld, mishandeling, doodslag of moord. In de eerste plaats blijkt dat daders én slachtoffers van dodelijk geweld veel vaker alcohol in hun bloed hebben ten tijde van het delict dan de algemene bevolking. Zo zijn in Zweden alle (veroordeelde) moordenaars tussen 2007 en 2009 onderzocht op de aanwezigheid van alcohol en drugs in hun bloed op het ogenblik van de misdaad, maar ook hun slachtoffers:

Bij de slachtoffers werd alcohol gemeten in de post mortem-evaluatie; bij de daders ten tijde van de moord (ze moesten dan wel gepakt zijn, natuurlijk, dus het is een selecte groep). Bijzonder is dat de onderzoekers, door databases te koppelen, zowel de dader als het slachtoffer wisten te identificeren zodat kon worden nagegaan of alcohol een rol speelde bij een van de twee of bij beiden. Het bleek dat alcohol veruit het belangrijkste verdovende middel was dat in het bloed van zowel dader als slachtoffer werd aangetroffen: in respectievelijk 45 procent en 41 procent. Andere (illegale) middelen werden veel minder vaak in het bloed gemeten; cocaïne slechts bij 1,5 procent (daders en slachtoffers ongeveer gelijk) en opiaten bij rond de 8 procent van de daders (6 procent bij de getroffenen).

Opmerkelijk is dus dat alcohol niet alleen een aanzienlijke rol speelt bij de plegers van moord en doodslag; ook de slachtoffers hebben, bijna even vaak als de daders, alcohol gedronken. Wat het mechanisme is, blijft voorlopig onduidelijk; is het een vermindering van impulsbeheersing? Maken dader en slachtoffer eerder ruzie, mogelijk als gevolg van prikkelbaarheid of ontremming door alcohol?

Kahn_quote 4_1200x600

Verzuim

Een van de eerste grote studies die het verband tussen drankgebruik en werkverzuim hebben onderzocht stamt uit de vs. Daar werden in de winter van 1992-1993 op 114 werkplekken bij zeven bedrijven vragen gesteld aan een ruime negenduizend werknemers en hun supervisors over drankgebruik, verzuim en kwaliteit van het verrichte werk. De vragen betroffen de hoeveelheid drank die werd genuttigd, het eventueel optreden van dronkenschap, of op het werk werd gedronken en indicatoren van verslaving. Het zal geen verbazing wekken dat de kwaliteit van het werk leed onder drankgebruik. Logisch, zult u zeggen, want alcohol drinken tijdens het werk is niet erg bevorderlijk voor de kwaliteit ervan. Maar wat denkt u van werkverzuim? Natuurlijk wordt ook dat in hoge mate beïnvloed door het drinken van alcohol en dat strekt zich uit tot wanneer de avond ervoor gedronken is: hoe meer was gedronken, des te groter de kans op verzuim. Dit effect komt echter niet alleen op conto van mensen die verslaafd zijn aan de alcohol of zij die erg veel drinken. Integendeel: het grootste deel van het werkverzuim door alcohol is te wijten aan de ‘gemiddelde’ gebruiker. Een van de beste en meest uitgebreide studies die dit hebben aangetoond komt uit Australië.

Daar werd een groep van meer dan 26.000 Australiërs van ouder dan 14 jaar gedurende een periode van zes maanden gevolgd (juli t/m december 2001) waarbij hun alcoholgebruik en het werkverzuim in kaart werden gebracht. Iets meer dan 30 procent van de niet-drinkers miste een dag van hun werk tijdens de studieduur van zes maanden. Werknemers die een keer per week doorzakten (tot zes glazen per gelegenheid voor mannen, vier voor vrouwen), waren bijna drie keer zo vaak afwezig van hun werk als mensen die niet dronken. Bij echt zware drinkers, die een aantal malen per week doorzakten), was dat 22 keer zo vaak.

De onderzoekers berekenden dat per jaar 2,7 miljoen arbeidsdagen verloren gaan in Australië als gevolg van alcoholgebruik onder de werkende bevolking, wat een verlies aan productiviteit van meer dan 400 miljoen Australische dollar per jaar inhoudt (Australië is redelijk te vergelijken met ons land; het heeft 24 miljoen inwoners en is even ontwikkeld). Deze studie toont dus een relatie aan tussen (hevig) drinken en werkverzuim, maar bestaat er ook een koppeling in de tijd? Anders gezegd: blijft de werknemer inderdaad afwezig op de dag na het drinkgelag? Dit werd onderzocht in een relatief kleine Amerikaanse studie bij 393 mensen die telefonische interviews beantwoordden over hun alcoholgebruik en werkverzuim. De dag na het doorzakken was de kans op werkverzuim drie keer zo groot als de dagen dat ze de nacht ervoor niet hadden gedronken (dit effect bleef beperkt tot de dag na het drinken).

Kahn_quote 5_1200x600

Verkeer

Alcohol speelt een buitenproportionele rol bij het optreden van ongevallen. De reden is niet moeilijk te raden. Immers, de eerste effecten van alcohol verstoren de motoriek, met name de coördinatie die al snel vermindert. Daarnaast neemt de reactietijd af en gaat de persoon zichzelf overschatten waardoor het juist beoordelen van risico’s verstoord raakt.

Geen wonder dat alcohol een van de hoofdoorzaken is van sterfte in het verkeer. En, zoals ook in het bovenstaande voorbeeld, het zijn met name de jongeren die slachtoffer worden. Sterker, ongevallen in brede zin zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij mensen tussen de 10 en 20 jaar oud, waarbij die in het verkeer de grootste factor vormen. Gegevens uit de Verenigde Staten (die niet helemaal met die uit Nederland vergelijkbaar zijn omdat men daar al met zestien jaar mag autorijden) geven aan dat bijna de helft van alle sterfte in het tweede decennium te wijten is aan ongevallen, waarvan 70 procent in het verkeer optreedt. Alcohol is daar betrokken bij een op de drie dodelijke ongevallen – in het verkeer en daarbuiten – bij adolescenten tussen de 15 en 19 jaar.

Nederlandse cijfers zijn net zo onthutsend: tussen de 7 en 10 procent van alle ongevallen in het verkeer, met dodelijke afloop of resulterend in ernstig lichamelijk letsel, is toe te schrijven aan alcoholgebruik, bij veroorzaker en/of slachtoffer. Dit is waarschijnlijk nog een sterke onderschatting aangezien bij veel ongevallen geen alcoholspiegel wordt gemeten in het bloed. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) schat dat 20 procent van de 570 verkeersdoden (getallen uit 2014) in ons land gerelateerd is aan alcohol. Ook hier zijn jonge mensen (meestal mannen) disproportioneel vertegenwoordigd. Hoewel mannen van 18 tot 24 jaar slechts 4 procent van het totaal aantal rijbewijsbezitters vormen, zo stelt het SWOV, maken ze bijna 30 procent uit van het aantal ernstig gewonde bestuurders die alcohol hadden gebruikt. Net als het Amerikaanse onderzoek aantoonde, blijkt de kans op een dodelijk ongeval bij jongeren veel groter: bij een bloedalcoholpromillage, ook wel bloedalcoholgehalte genoemd (bag), van 0,5 (0,05 procent) hebben adolescenten van 15 tot 19 jaar vijftig keer (ja, u leest het goed) zoveel kans in een dodelijk verkeersongeval terecht te komen als bestuurders ouder dan 30 jaar. De 20- tot 29-jarigen liggen daartussenin met een kans die toch nog altijd vijfentwintig keer hoger ligt. Vandaar de terechte beslissing van de wetgever om het maximaal toegestane bag voor de eerste vijf jaar na het behalen van het rijbewijs vast te stellen op 0,2 terwijl het voor de rest van de bevolking op 0,5 ligt. Toch is het risico op een verkeersongeval ook bij een bag van 0,5 nog altijd 50 procent hoger dan bij iemand die niks gedronken heeft. Niet alleen leidt alcohol tot een toename in het aantal ongevallen, de afloop is ook veel slechter; bestuurders met een promillage van 1,5 hebben een tweehonderd keer (u leest het alweer goed) zo grote kans om te overlijden bij een ongeval dan mensen die nuchter achter het stuur zijn gaan zitten.

Kahn_quote 6_1200x600

De oorzaak

Hoe leidt alcohol tot deze uitgebreide effecten in de zich ontwikkelende hersenen? In de eerste plaats passeert alcohol moeiteloos de placenta en komt het om die reden direct in de bloedstroom van de foetus terecht. Maar waar de moeder redelijk in staat is de alcohol snel af te breken, is dit niet het geval bij haar baby. Die is daar veel minder voor toegerust, zodat alcoholspiegels die bij de moeder nog aanvaardbaar zouden kunnen zijn (na één glas bijvoorbeeld), bij haar kind tot een veelvoud daarvan leiden. Dat blijft dus niet zonder gevolgen.

In de tweede plaats beïnvloedt alcohol de expressie van verschillende groeigenen, de zogenaamde homeoboxgenen. Ten derde remt alcohol de celdeling in de hersenen en verhindert het de functie van verschillende groeifactoren die noodzakelijk zijn voor celmigratie en hersenontwikkeling. Ook heeft alcohol invloed op de vorming en ontwikkeling van gliacellen, essentiële steunpilaren in de hersenen. Verder helpen gliacellen jonge neuronen te begeleiden naar hun plaats van bestemming in de hersenen en zijn ze essentieel voor de vorming van goede synapsen en verbindingen in het zich ontwikkelende brein. Verstoring van dit proces leidt dan ook tot onomkeerbare schade.

Daarnaast leidt het nuttigen van een grote hoeveelheid alcohol ineens (vier eenheden op een avond bijvoorbeeld) niet alleen tot celschade in de zich ontwikkelende hersenen maar vermindert het ook de bloedtoevoer naar de foetale hersenen. Het hoeft geen betoog dat een dergelijke vermindering van zuurstof en voedingsstoffen geen gunstig effect zal hebben op de vrucht.

Alcohol als teratogeen

Elk medicijn dat op de markt komt, moet uitvoerig van tevoren worden getest – bij proefdieren – op het effect tijdens de zwangerschap; onderzocht wordt wat de gevolgen zijn op de zich ontwikkelende vrucht. Zelfs wanneer het geneesmiddel eenmaal op de markt is, wordt nauwgezet in de gaten gehouden of het alsnog leidt tot afwijkingen bij pasgeborenen omdat, zelfs wanneer zulke effecten optreden bij een op de tienduizend kinderen (zulke kleine effecten pak je niet op bij dierproeven), het risico als onaanvaardbaar wordt gezien. Als alcohol een medicijn zou zijn, zou het, gezien de effecten op de vrucht, nooit op de markt worden toegelaten; als het toch al op de markt was, zou gebruik ervan onmiddellijk verboden worden. Alcohol voldoet dan ook aan de definitie van een teratogeen, dat wil zeggen een stof die aangetoond tot afwijkingen leidt bij de zich ontwikkelende vrucht. Een giftige stof waarvan de gezondheidsautoriteiten gebruik ervan tijdens de zwangerschap zouden verbieden. Genoeg gezegd.

Kahn_quote 7_1200x600

Nederlandse getallen

De getallen voor ons land liegen er evenmin om. Meer dan acht op de tien Nederlanders gebruiken alcohol en zelfs dat extreem hoge percentage ligt eigenlijk nog hoger want van de 20 procent die nu niet drinkt, is de helft gestopt met drinken – vaak vanwege eerder alcoholmisbruik of vanwege problemen met de gezondheid. Meer dan een half miljoen landgenoten gebruikt zoveel en zo vaak alcohol dat het tot problemen leidt bij henzelf en/of bij hun omgeving; elk jaar komen daar een kleine 80.000 nieuwe gevallen bij. Met z’n allen – en dat is echt allen, dus alle inwoners van Nederland, inclusief baby’s en kinderen – drinken we per persoon per jaar gemiddeld zeven liter pure alcohol (1,5 eenheid per dag). En dit terwijl de geadviseerde hoeveelheid maximaal één glas per dag is. We drinken gemiddeld dus 50 procent meer dan – volgens de Gezondheidsraad – te verenigen is met een goede gezondheid. Trouwens, eigenlijk moeten we vanaf 18 jaar rekenen want baby’s en kinderen drinken geen alcohol; dan komen we uit op een gemiddelde van twee eenheden per dag. Een gemiddelde van twee glazen per dag voor de bevolking boven de 18 jaar betekent dat voor elke persoon die niet drinkt er een tegenover staat die vier glazen drank per dag tot zich neemt. Dat klopt ook zo ongeveer want 11,5 procent van alle Nederlanders is een zware drinker; zij drinken minstens één keer per week meer dan vier – bij vrouwen – en meer dan zes – bij mannen – eenheden alcohol. Overmatige drinkers, die meer dan eenentwintig glazen per week (dus gemiddeld drie per dag) drinken zijn er ook in overvloed: 12 procent van de bevolking drinkt volgens die definitie veel te veel.

Ook gebruikt de jeugd in extreme mate alcohol en dat geldt met name voor bingedrinking – het op één gelegenheid meer dan vijf glazen alcohol gebruiken. Het aantal behandelingen op de spoedeisende en eerste hulp (SEH) is de afgelopen tien jaar meer dan verdrievoudigd zodat er nu jaarlijks meer dan vijfduizend mensen worden behandeld op de SEH vanwege alcoholvergiftiging; 60 procent daarvan is jonger dan 25 jaar. Sterker, meer dan 20 procent van alle kinderen tussen de 12 en 16 jaar heeft zich de afgelopen maand op die manier met alcohol volgegoten. In 2014 werden 783 pubers tot 18 jaar in het ziekenhuis opgenomen vanwege verschijnselen van alcoholvergiftiging, het zogenaamde comazuipen. En dit zijn niet de probleemjongeren. Integendeel: zij komen uit doorsnee tweeoudergezinnen.


Nieuws

Blader door onze voorjaarsaanbieding 2024

Onze voorjaarsaanbieding is binnen en hij is weer gevuld met prachtige non-fictietitels voor komend seizoen.

In Het raadsel Rutte werpen politiek journalisten Ron Fresen en Wilma Borgman een nieuwe blik op de binnenkant van de langstzittende premier van Nederland, Carel van Schaik en Kai Michel analyseren in Lessen van de oermens hoe de mens …

Lees verder