In 1895 trok de 21-jarige Anton Philips, na drie jaar HBS en een stage op de Amsterdamse en Londonse beursvloer, naar het provinciestadje Eindhoven om zijn oudere broer Gerard te helpen met het verkopen van gloeilampen. In twee decennia groeide hij uit tot een topondernemer van on-Nederlands – ja, van wereldformaat, dankzij zijn enorme geldingsdrang, charme, ondernemersbloed, strategisch talent, en werklust. Hij loodste het bedrijf door de Eerste Wereldoorlog, de krach van 1929, de recessie van de jaren dertig én de Tweede Wereldoorlog, en bouwde het en passant uit tot een wereldwijd opererende elektronica-multinational.
Onderzoeksjournalist Marcel Metze dook in de archieven van Philips Electronics en van de familie Philips en diepte daaruit vele honderden nog ongepubliceerde brieven en documenten op. Op basis hiervan schreef hij een biografie van deze Nederlandse tycoon.
Metze schreef een spannende, levendige, genadeloos eerlijke biografie, die de lezer van zeer nabij met de man en zijn spel laat ‘meeleven’. Anton Philips was geen ‘graaier’ en hij bouwde zijn koninkrijk niet op riskante financieringen. Maar zoals Metze laat zien, kon hij behalve charmant ook hard zijn, kon hij zowel bóven als ónder de gordel slaan. Anton Philips was geen denker maar een doener. En steeds vanuit die geldingsdrang: ‘ze zullen weten wie ze voor zich hebben’.