In 1619 verwoestte Jan Pietsersz. Coen het havenstadje Jaccatra op West-Java. Al snel verrees onder VOC-bestuur een nieuwe, onneembare vestingstad: Batavia. Dit werd het centrale ‘rendez-vous’ van de VOC-handel in Azië, en zo is de stad ook de geschiedenis in gegaan.
De vestigingskolonie die de eerste Nederlandse kolonisten voor ogen stond, mislukte echter. Batavia werd bovenal een Aziatisch kolonie met een samenleving die voor de helft uit slaven en slavinnen bestond.
Het koloniale bestuur kon de toeloop van Aziaten beperken maar controle op de etnische groepen was moeilijk. Segregatie werkte niet, het criminaliteitscijfer was hoog en de stedelijke instanties moesten drugsgebruik, gokverslaving en concubinaat gedogen. Het Nederlands als omgangstaal bleek onhaalbaar; het platte Portugees en Maleis genoten de voorkeur. Toch werden duizenden Aziaten, zowel vrijen als slaven ingeburgerd in het christendom.
Dit boek laat zien hoe Nederlanders zich ruim drie eeuwen geleden krampachtig inspanden voor de inburgering, scholing, kerstening en sociale controle van een multi-etnische en multi-religieuze samenleving. Daarbij werden harde middelen als gedwongen catechisering, kettingstraffen en rottingslagen niet geschuwd. Maar er was ook plaats voor vrolijkheid op de ‘serambi’ voor het huis, in het buurtcafé of tijdens tochtjes met een praauw.
Henk Niemeijer bracht enkele jaren door in de rijke VOC-archieven in Jakarta om dit vergeten rendez-vous van verschillende etnische groepen, culturen en godsdiensten weer boven water te halen. Het resultaat is een levendige impressie van het volksleven in een langvergeten koloniale stad.