Aantal pagina's:
280
Uitgever:
Balans
Verschijningsdatum:
05/03/2025

Hoe omvangrijk was het verzet in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog? Lang is aangenomen dat het niet veel voorstelde, dat de meeste Nederlanders zich uit angst afzijdig hielden en passief toekeken hoe de nazi’s hun misdaden pleegden. Dat beeld werd mede veroorzaakt door de definitie die de befaamde oorlogshistoricus Loe de Jong hanteerde: verzet moest fulltime zijn en door een groep gepleegd. In de beeldvorming daarna was een verzetsstrijder bijna altijd een man die spectaculaire aanslagen pleegde.

Er waren inderdaad niet zoveel Nederlanders die aan deze criteria voldeden. Dat neemt niet weg dat de weerstand tegen de Duitsers wijdverbreid was. Neem de half miljoen mensen die staakten in ’41 en ’43. Of de honderdduizenden die onderdoken of onderduikers hielpen. De vele makers en verspreiders van persoonsbewijzen, valse bonnen en verzetskranten. Vrouwen, Joden en Indische en Surinaamse Nederlanders deden daar volop aan mee, maar deze vormen van verzet bleven onderbelicht of werden – en worden soms nog steeds – niet gezien als echt verzet.

Als je verzet beschouwt als het actief, met alle risico’s van dien tegenwerken van de bezetter, dan heeft een op de vijf Nederlanders tussen de 20 en 65 jaar daar destijds aan deelgenomen, zo concluderen de auteurs van Een land in verzet. Aan de hand van afzonderlijke korte levensbeschrijvingen illustreren zij wie dat waren: heel gewone mensen, die het gewoon niet pikten.

Met medewerking van Liesbeth van der Horst, Gerard Mensink, Hans Morssinkhof, Rianne Oosterom, Ben Braber en Herman Keppy.