Het bericht van de aanhouding van Heleen de Waal op 18 juni 2009 sloeg binnen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in als een bom. Zij werkte er al twaalf jaar als analist en stond bekend als deskundig en gedreven. Dat juist zij werd verdacht van het lekken van staatsgeheimen naar De Telegraaf leidde tot verbijstering, niet alleen bij haar collega’s, maar in de eerste plaats bij haarzelf. Ze was perplex toen ze vanuit kantoor werd meegevoerd door de Rijksrecherche, ze dacht dat er sprake was van een slechte grap.
Ook tijdens de eerste dagen van intensieve verhoren, opgesloten in een politiecel en verstoken van ieder contact met de
buitenwereld, bleef ze zichzelf voorhouden dat er snel een einde zou komen aan deze nachtmerrie. Men zou tot het besef
komen dat zij niet het gezochte lek was, dat kon niet anders. Maar het gebeurde niet. Het OM nam de beschuldigingen over zonder werkelijke controle en zonder dat ooit door de verdediging inzage werd verkregen in de onderliggende want geheime stukken van de AIVD. Haar loyaliteit aan de AIVD werd behoorlijk op de proef gesteld. Deze Kafkaëske situatie
zou uiteindelijk bijna vijf maanden duren.Op 14 juli 2010 werd Heleen door de rechter vrijgesproken.
Wat gebeurt er als de Staat, die je jarenlang vol overtuiging hebt gediend, zich plotseling tegen je keert? Hoe zien je dagen eruit op de vrouwenafdeling van een Nederlandse gevangenis? Hoe stel je je te weer tegen onterechte beschuldigingen, tegen intimidatie? Heleen de Waal raakte haar baan en haar oude leven kwijt. In Halve lucht, een non-fictie thriller die is gebaseerd op de dagboeken die zij in het geheim bijhield, beschrijft zij op pakkende wijze haar ervaringen met het Nederlandse rechtssysteem.