Londen, eind jaren dertig. Tijdens de onheilspellende stilte voor de Blitz vindt hier een van de belangrijkste spionageoperaties van de Tweede Wereldoorlog plaats, die evenwel nauwelijks bekendheid kreeg. Tyler Kent is een hoffelijke, jonge Amerikaanse coderingsexpert. Hij is ook een dwangmatige vrouwenjager – en een sovjetspion. Na zijn stationering in Londen komt hij al snel in aanvaring met de man die de inspiratiebron zou worden voor ‘M’ van James Bond: Maxwell Knight, een exentrieke Brit, net aangesteld om de ultrageheime nieuwe contraspionageactiviteiten van MI5 te gaan leiden.
Via zijn werk voor de Amerikaanse ambassade ontdekt Kent dat president Roosvelt gecodeerde telegrammen uitwisselt met Winston Churchill. Met de bedoeling Roosevelt ten val te brengen geeft hij kopieen van die telegrammen aan een groep nazispionnen die wordt geleid door zijn vriendin, Anna Wolkoff, een elegante Russische emigrante, die als couturier de stijlvolste vrouwen van Londen kleedt.
Op dat moment besluit Knight te infiltreren in het glamorous groepje samenzweerders, die regelmatig bijeenkomt in een chic restaurant in South Kensington, The Russian Tearooms. Tegen de achtergrond van oefeningen voor luchtaanvallen, verduisterde straten en speculaties over de dreigende Duitse aanval op Groot-Brittanie ontrafelt Willetts het duistere kat-en-muisspel dat volgt.