‘Verdriet werkt als een telefoonverbinding. Als ik m’n verdriet toelaat dan ben ik weer bij haar.’
Dat schreef de toen 29-jarige Maria Goos in een van de vijf notitieboekjes die zij bijhield in de maanden na de dood van haar moeder in 1985. Sindsdien las ze de boekjes nooit meer, ze verdwenen in een koffer op zolder. Ze kwamen er alleen even uit in 2003 toen Maria schreef aan de voorstelling SMOEDER, en kwamen weer ter sprake voor SMOEDER – vijftien jaar later. Ditmaal las dochter Roos ze. Ze werd er diep door getroffen en bereidde ze voor publicatie voor.
In de emotionele notities verwerkt de jonge Maria Goos al schrijvend het grote verlies van haar moeder. De lezer wordt meegesleept door Goos’ leven, haar moeders leven en dat van haar vader. Het is een tijdsbeeld, een familiegeschiedenis en een oerkreet, eerlijk en aangrijpend. ‘Ik wil ‘r eigenlijk wel kwijt – ik wil weer leven’, schrijft ze. En ook: ‘Het verdriet van de eerste week lijkt nog het meest op geluk.’
Smoeder. Aantekeningen van een dochter is een schitterend en herkenbaar document over wat het betekent om een moeder te hebben, en te verliezen.