Callantsoog – het eerste naaktstrand
Wie graag ongekleed aan het water wilde liggen, had in het Nederland van na de oorlog weinig keus. In het openbaar naakt recreëren was bij wet verboden. De rechtgeaarde naturisten – die waren er al vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw – kochten zelf terreinen waar ze zich in besloten verenigingsverband, zonder pottenkijkers, aan hun hobby konden wijden. Vanaf de jaren zestig rees de vraag waarom het zo geheimzinnig moest. Was de tijd niet voorbij dat we met z’n allen bang waren voor bloot? En konden er niet gewoon op openbare stranden gedeeltes worden gereserveerd voor naaktrecreatie? Verschillende naturisten voegden de daad bij het woord en gingen op het strand uit de kleren. Onder meer in het Noord-Hollandse Callantsoog, dat uitgroeide tot een favoriete naaktstek.
De politie maakte er geen punt van. Van boetes was zelden sprake, hooguit van een waarschuwing. Het gedogen,waar de Nederlandse overheid op meer fronten bedreven in zou blijken, leek de ideale oplossing. Maar de principiële voorvechters van het naakt recreëren waren niet tevreden met zo’n halfzachte aanpak. De Amsterdammers Nel Molenkamp en Ton Wilhelm lieten zich arresteren om zo een proefproces uit te lokken. Het dwong de rechter zich uit te spreken. In zijn oordeel liet hij zien dat hij de geest van de tijd aanvoelde: naakt recreëren viel wat hem betrof niet onder het strafrecht.
Daarmee was de eerste stap gezet naar het openbare naaktstrand. In verschillende gemeenten kwam het onderwerp op de agenda. Texel wilde er nog niet aan beginnen, en ook in Schoorl was men terughoudend. In Callantsoog lag dat anders. De plaats was gezegend met maar liefst 12 kilometer strand, en het merendeel van de gemeenteraad vond het geen bezwaar als daarvan een stukje van 400 meter gereserveerd werd voor naturisten.
De tegenstanders zagen het anders. De tachtigplusser Piet Vos was een van de meest actieve opponenten. Hij zag duidelijke parallellen met de opkomst van de NSB in de jaren dertig: als je er niets tegen deed, zou het hele land er last van gaan krijgen. Maar de protesten vonden geen gehoor bij de gemeenteraad. En dus was het vanaf 1973 officieel toegestaan om tussen Callantsoog en Sint Maartenszee naakt te recreëren.
Al vóór de formele openstelling trok het stukje strand veel nieuwkomers. Die ervoeren het naakt zonnen als bevrijdend. ‘Een grandioze ervaring’, zei een man uit Utrecht die in de zomer van 1972 voor het eerst aan het strand uit de kleren ging, tegen een journalist die poolshoogte kwam nemen. ‘Mijn lichaam is geen lustobject meer.’
In de jaren erna worden naaktstranden een vanzelfsprekend verschijnsel. Inmiddels is er niets antiburgerlijks meer aan om bloot aan het water te liggen. Wie ’s zomers liever vertoeft tussen badgasten die hun omgeving niet storen met gettoblasters en ander ongerief, en braaf de lege blikjes en verpakkingen opruimen, is nergens beter af dan aan een naaktstrand.