Leiden
[…]
Ik heb altijd mijn eigen studie betaald omdat ik onafhankelijk wilde zijn en geen last wou hebben van kritische blikken uit een ouderlijk huis. Toen de verdiensten van het cabaret waren weggevallen, moest ik op een andere manier aan geld zien te komen. Ik werd presentator van AVRO’s veertiendaagse tv-magazine Flits als opvolger van Willem Duys.
Live vanuit Studio Irene in Bussum. Wij behandelden per uitzending zes items uit de actualiteit die ik met interviews en vlotte praatjes moest verbinden. Volgens Het Parool deed ik dat als een ‘bewegende schemerlamp’.
Verder schnabbelde ik nog wat als barpianist en entertainer op bruiloften en chique partijen.
Voor het Haagse dagblad Het Vaderland (nu verdwenen) schreef ik wekelijks een column onder het pseudoniem ‘Jantje van Leyden’.
In december 1963 ben ik afgestudeerd en zoals dat van mij werd verwacht stomdronken geworden. Liselore vertelde mij de volgende morgen dat ik die nacht minstens een uur voor de spiegel heb staan optreden. Ze vroeg de volgende morgen: ‘Weet jij zeker dat je jurist wilt worden?’
‘Nee,’ zei ik. ‘Ik ga vandaag naar Steye.’
Steye van Brandenburg was een Rotterdamse acteur, die mij bij ons tweede programma had geregisseerd. Ik had hem verteld dat ik met mijn studie wilde stoppen om cabaretier te worden. Hij had toen gezegd dat ik beter eerst kon afstuderen en als ik het daarna nóg wou, naar hem toe moest komen.
‘Dan zal ik het je nog één keer afraden,’ zei Steye.
Die dag was gekomen.
Steye speelde ’s avonds in Rotterdam. Na zijn voorstelling bezochten we die nacht een groot aantal cafés. Hij schilderde mij toen alle moeilijke dingen voor die ik in ‘het vak’ zou kunnen tegenkomen: geen geld, geen inspiratie, writer’s block, ziekte, jaloezie, slechte kritieken, lege zalen, roddel en achterklap. Mijn reacties op zijn afschrikwekkende verhaal schenen hem te bevallen. Om halfzes in de morgen eindigden wij aan de haven met een ontbijt van gebakken mosselen.
Toen zei Steye: ‘Ik zou het maar doen!’ Met de eerste trein ben ik teruggereisd naar Leiden en daar heb ik tot verbijstering van velen bekendgemaakt dat ik eindelijk wist wat ik wou.
‘Ik ga in de Haagse binnenstad op zoek naar de ruimte voor een eigen theatertje. Ik word cabaretier. Want met de rechtenstudie kan je alle kanten op!!’