Leesfragment uit Tiger Woods van Jeff Benedict & Armen Keteyian
12. Manie
Tigers optreden op Augusta is een van de meest fenomenale momenten in de sportgeschiedenis, vergelijkbaar met Cassius Clay die Sonny Liston van zijn plaats stootte bij het bokskampioenschap zwaargewicht; met Bob Beamon die het wereldrecord verspringen verbeterde met bijna 64 centimeter toen hij 8,89 meter sprong en een gouden plak won bij de Olympische Spelen in Mexico-City; of met Secretariat, het paard dat de Triple Crown in Belmont Stakes won met een ongelooflijke 31 lengtes voorsprong. Het aantal records dat Tiger had gevestigd, was bijna niet te bevatten:
–De jongste winnaar met zijn 21 jaren, 3 maanden en 14 dagen (vorig record: 23 jaren en 4 dagen, Seve Ballesteros in 1980).
–Laagste 72-hole totaal van 270 (vorig record: 271 door Jack Nicklaus in 1965 en Raymond Floyd in 1976).
–Grootste winstmarge met 12 slagen (vorig record: 9 slagen, door Jack Nicklaus in 1965).
–Laagste finale 54 holes van 200 (vorig record: 202 door Johnny Miller in 1975).
–Laagste eerste 54 holes van 201 (gedeeld record: 201 door Raymond Floyd in 1976).
–Laagste middelste 36 holes van 131 (vorig record: 132 door Nick Price in 1986).
–Meeste onder par op de laatste 9 holes met 16 onder (vorig record: 12 onder, door Arnold Palmer in 1962).
–Grootste voorsprong na 54 holes met 9 slagen (vorig record: 8 slagen, door Raymond Floyd in 1976).
Maar één prestatie was belangrijker dan al die officiële records: de eerste Afro-Amerikaanse golfer die een van de grote kampioenschappen had gewonnen. Die ene prestatie zou, meer dan enig andere, van invloed zijn op zijn leven, op manieren die niet te voorzien waren. Dat begon op het moment dat hij de baan op Augusta verliet. Tiger had nog maar net zijn scorekaart getekend, toen hij Lee Elder in het oog kreeg. Lee was inmiddels 62 jaar, maar op zijn 39ste was hij de eerste zwarte geweest die de Masters had gespeeld, in het jaar dat Tiger geboren was. Hij stopte even om Elder te omhelzen en fluisterde hem in het oor: ‘Dank je dat je dit mogelijk hebt gemaakt.’ Elder was tot tranen geroerd en keek Tiger na toen die naar de Butler Cabin liep voor de live-uitzending van het aanbieden van de groene blazer. Grijnzend stak Tiger zijn armen uit terwijl Nick Faldo, de winnaar van het vorige jaar, hem in de felbegeerde sportblazer hielp. Het ritueel werd even later herhaald bij de overwinningsceremonie op de oefengreen achter de eerste tee, waar het Tiger opviel dat veel van de zwarte werknemers op Augusta hun post hadden verlaten en zich op het gazon en op het balkon van de tweede verdieping hadden verzameld. Toen drong het tot Tiger door dat er een barrière doorbroken was. Overweldigd nam hij de microfoon en keek naar het immense publiek.
‘Ik heb er altijd van gedroomd de Masters te winnen en als leider de achttiende bereiken,’ zei hij. ‘Maar ik heb nooit doorgedacht tot en met de ceremonie.’
Het publiek lachte en er verscheen een grote grijns op Tigers gezicht.
‘Gisteravond zaten mijn pa en ik te praten,’ ging hij verder. ‘Hij zei: “Jongen, dit wordt waarschijnlijk een van de moeilijkste rondes die je ooit zult moeten spelen. Als je nou maar gewoon jezelf bent, zal het een van de meest waardevolle rondes golf zijn die je ooit speelt.” En hij had gelijk.’
Begeleid door beveiligers ging hij naar het perscentrum waar een meute journalisten op hem wachtte. Onderweg kreeg hij te horen dat president Bill Clinton had gebeld en voor hem in de wacht hing. Zo zag zijn leven er nu uit; hij kreeg een telefoontje van de president. Tiger schoot een kamertje in het perscentrum in en hoorde hoe de president hem met zijn overwinning feliciteerde. Hij nodigde hem ook uit als speciale gast in het Shea Stadion. Ter gelegenheid van het vijftigjarige jubileum van het doorbreken van de kleurbarrière in het professionele honkbal zou er een eerbetoon zijn aan Jackie Robinson op dinsdagavond tijdens een wedstrijd tussen de Dodgers en de Mets. Rachel Robinson, zijn weduwe, zou ook aanwezig zijn. Het zou toch prachtig zijn, had de president bedacht, als de jonge golfer die de kleurbarrière op Augusta doorbroken had, aanwezig was bij het eerbetoon aan de man die door velen gezien werd als de belangrijkste Afro-Amerikaanse sporter in de geschiedenis. President Clinton bood zelfs aan een vliegtuig van de luchtmacht te sturen om Tiger op te pikken.
Het ging allemaal zo snel. Tiger zweefde de interviewruimte binnen in zijn groene blazer, maar verwisselde die snel voor een ander colbert en een das voor het winnaarsdiner in het Augusta National clubhuis. Earl ging terug naar het huis om uit te rusten, Tiger ging met zijn moeder en Hughes Norton naar het diner. Jack Nicklaus en Arnold Palmer gingen staan, net als alle andere voormalige winnaars en hun echtgenotes, op het moment dat Tiger de eetzaal betrad. Achter in de ruimte zetten alle zwarte personeelsleden – de koks en obers en afruimers – hun bladen en borden neer en applaudisseerden luider en langer dan de dinergasten. De beide werelden met elkaar verbindend, liet Tiger merken dat hij het personeel had gezien en ging vervolgens op kop zitten, onder het portret van president Eisenhower.
Tegen de tijd dat het diner afgelopen was, leek Augusta een spookstad. De tienduizenden toeschouwers waren verdwenen en het was moeilijk iets te vinden wat erop wees dat nog maar een paar uur geleden een van de belangrijkste sportevenementen op deze locatie had plaatsgevonden. Tiger stapte samen met zijn moeder en zijn vrienden in een Caddilac van de club, stopte een cd van de hiphopgroep Quad City DJ’s in de speler, zette ‘C’mon N’ Ride It (The Train)’ op maximaal volume aan, en daarna reed het gezelschap met open raampjes over Magnolia Lane.
Geen enkele Masterswinnaar had Augusta op die manier verlaten.
De volgende dag werd Tiger met koppijn wakker en vloog hij naar South Carolina voor de grote opening van een Official All-Star Café in Myrtle Beach. Een verplichting uit het pakket dat samenhing met een nieuwe sponsordeal die hij onlangs had getekend met Planet Hollywood, eigenaar van de cafés. Na belaagd te zijn door fans, had Tiger een onderonsje met Hughes Norton, die overspoeld was door telefoontjes. Sommige van bedrijven die sponsor wilden worden van Tiger – fastfoodketens, drankenfabrikanten, fabrikanten van consumentenproducten, fabrikanten van ontbijtgranen, creditcardbedrijven, autofabrikanten; de lijst was eindeloos. Nu zoveel topmerken om Tiger riepen, adviseerde IMG met klem dat hij zijn portfolio uitbreidde. Met tegenzin gaf hij Norton toestemming om een deal te sluiten met American Express, en hij gaf aan dat hij een deal wilde met een horlogier, een autofabrikant en een videogame-maker. Meer niet. Geen fastfoodbedrijven, geen mierzoete frisdranken.
De meeste andere berichten die Norton met Tiger moest bespreken, waren afkomstig van de media. David Letterman en Jay Leno wilden hem in hun show. Tiger zei nee. Een aantal kranten en tijdschriften wilde een interview. Ook daar zei Tiger nee tegen. De belangrijkste vraag was wat hij aan moest met president Clintons uitnodiging om de volgende avond naar New York te komen. Het gebeurde niet iedere dag dat de leider van de vrije wereld je aanbood een vliegtuig van de luchtmacht te sturen. Maar Tiger had eigenlijk plannen om naar Cancún te vliegen, voor een broodnodige vakantie. Hij kon zijn vertrek makkelijk met een dag uitstellen om het Robinson-eerbetoon bij te wonen. Maar hij was gepikeerd dat de president hem niet in de eerste ronde uitnodigingen aan zwarte sporters van naam had meegenomen. En dus was, volgens welingelichte kringen, Tigers houding jegens Clinton er een van: hij kan het dak op. Hij ging zijn plannen niet wijzigen, zelfs niet voor de president. Norton zei dat hij het zou afhandelen, en Tiger ging aan boord van zijn vlucht naar Mexico, waar hij samen met een stel vrienden van high school vier dagen lang feest vierde aan het strand met lekker eten en drinken.
Hij was van de buitenwereld afgesloten, maar zijn faam ging als een lopend vuurtje over de wereld. Zijn Mastersoverwinning werd in Europa, Azië en Australië bejubeld. Tegelijkertijd zorgde zijn besluit om weg te blijven bij het Robinson-eerbetoon voor de nodige ophef in de Verenigde Staten. Norton mocht de geïrriteerde telefoontjes van journalisten afhandelen, zoals het gesprek met John Feinstein.
‘Dat méén je niet!’ zei Feinstein.
‘Hij is moe,’ antwoordde Norton. ‘Hij is altijd moe. Maar dit ging om de president van de Verenigde Staten en Jackie Robinsons weduwe. Dan gá je.’
‘Hij denkt er anders over. Hij vat het op als een uitnodiging op het allerlaatste moment, en hij had andere plannen.’
‘Op het “allerlaatste moment”? Hij heeft de Masters afgelopen zondag pas gewonnen. Hadden ze op voorhand moeten weten dat hij zou winnen?’
Geen enkele golfjournalist irriteerde Tiger meer dan Feinstein. Diens kritiek op Earl in zijn columns en bij Nightline had Tiger meer geërgerd dan al het andere dat er over hem en over zijn golfspel was geschreven; Earl was er zo kwaad over dat hij de zaken bijna in eigen hand had genomen en Feinstein te lijf was gegaan.
In de overtuiging dat hij de situatie onder controle kon krijgen, had Norton besloten een ander soort intimidatie toe te passen. Vóór de Masters had hij Feinstein gebeld en een gesprek geëist met hem, met Mike Purley, zijn redacteur bij Golf Magazine, en George Peper, de hoofdredacteur. Ze kwamen bijeen voor een ontbijt op Augusta; Norton bracht Clarke Jones mee, zijn collega bij IMG. Het verliep van meet af aan moeizaam omdat Jones de namen van Feinsteins anonieme bronnen eiste.
‘Clarke, als ik wilde dat jij dat wist, zou ik die wel in het tijdschrift hebben vermeld,’ zei Feinstein.
‘Ik wil ze nú weten!’ zei Clarke.
‘Je kunt in het leven niet altijd alles krijgen wat je hebben wilt, Clarke,’ reageerde Feinstein.
Norton kwam tussenbeide, en suggereerde dat als Feinstein niet meewerkte, Tiger misschien een contract zou aangaan met Golf Digest in plaats van met Golf Magazine als een ‘spelende redacteur’. Op dat moment was Tiger met beide publicaties in gesprek.
Nortons weinig subtiele dreigement maakte een onaangenaam en abrupt einde aan het ontbijt; Feinstein wendde zich tot zijn redacteuren met de woorden: ‘Als jullie met deze twee zakkenwassers willen blijven ontbijten, doe dat dan vooral. Maar ik kan mijn tijd wel beter gebruiken dan naar deze bullshit te luisteren.’
De week erop boorde Feinstein Tiger de grond in omdat hij niet naar de Jackie Robinson-festiviteiten in het Shea Stadion was gegaan. Tiger besefte dat als hij wilde dat Feinstein hem met rust liet, hij de zaken in eigen hand moest nemen. Via een pr-medewerker van de PGA Tour liet hij weten dat hij Feinstein wilde ontmoeten. Maar door alles wat er in zijn leven gaande was, moest Tiger de confrontatie uitstellen.
Vanuit Cancún vloog hij linea recta naar het hoofdkantoor van Nike in Beaverton, Oregon. Tegen de tijd dat het vliegtuig landde, was zijn beslissing om de president af te wijzen doorgedrongen tot de krantenkoppen in Washington. Maureen Dowd, politiek verslaggeefster van The New York Times met de reputatie dat ze presidenten en senatoren aan het spit reeg, schreef een column met als titel: ‘Tigers dubbele bogey’. Ze suggereerde in het stuk dat Tiger meer belang hechtte aan geld dan aan een eerbetoon aan Robinson. ‘Het is verbijsterend te zien dat een jongeman met zo’n lange “houdbaarheid”, zoals zijn agent dat formuleert, de merchandisingmanie niet een paar dagen op pauze kon zetten.’
Uiteindelijk zou Tiger tot de conclusie komen dat hij een vergissing begaan had. Maar het zou nog jaren duren voor hij een excuusbrief aan Rachel Robinson zou schrijven. Hij was 21 jaar en moest nog een flink stuk volwassener worden.
De dag nadat Dowds column gepubliceerd werd, kwam Tiger ter ore dat collega-golfer Fuzzy Zoeller een paar tamelijk racistische opmerkingen over hem had gemaakt tijdens de laatste ronde van de Masters. Een verslaggever voor Pro Golf Weekly van CNN had Zoeller geïnterviewd terwijl Tiger de laatste negen holes van de laatste dag doorwerkte. Op dat moment was het overduidelijk dat Tiger zou winnen en de verslaggever vroeg Zoeller wat hij van hem vond. ‘Hij doet het best goed,’ zei Zoeller. ‘Nogal indrukwekkend. Die boy slaat een goede drive en hij kan ook putten. Hij doet alles wat nodig is om te winnen. Enne, weet je wat jullie moeten doen als hij hier komt? Dan geef je hem een schouderklopje en feliciteer je hem en vertel je hem dat hij ervan moet genieten, en dat hij geen gefrituurde kip moet opdienen volgend jaar [bij het kampioenschapsdiner dat de winnaar het volgende jaar bij de Masters geeft]. Snap je?’ Zoeller pauzeerde, knipte met zijn vingers en draaide zich van de camera af en keerde zich toen weer om, om eraan toe te voegen: ‘En ook geen boerenkool. Of wat ze ook maar serveren.’
Deze opmerkingen werden een week na Tigers overwinning op de Masters door CNN uitgezonden en onmiddellijk vergeleken met Ted Koppels beruchte interview met Los Angeles Dodgers bestuurslid Al Campanis uit 1987, waarin die mijmerde dat zwarten ‘misschien niet dat in huis hebben wat nodig is om een bijvoorbeeld een hoofdtrainer of misschien algemeen manager te zijn’. Campanis was een vroegere teamgenoot van Jackie Robinson en algemeen manager bij de Los Angeles Dodgers op het moment dat hij deze opmerking maakte, wat hem zijn baan kostte. Zoellers opmerkingen haalden veel van de oude stereotyperingen van stal en haalden het actuele nieuws, waardoor Tiger zich gedwongen zag weer een cruciale beslissing te nemen: hoe hierop te reageren?
Tiger kende Zoellers reputatie als grapjas die overal de draak mee stak. Hij zal niets lelijks bedoeld hebben, dacht Tiger. Aan de andere kant vroeg hij zich af waarom Zoeller die dingen gezegd had op het moment dat Tiger op zijn historische overwinning afstevende. Zijn opmerkingen waren toch wel een tikje racistisch, dacht Tiger. Zou het wat uitmaken als het als grapje bedoeld was? Want zo was het niet echt overgekomen.
Verward en boos besloot Tiger in eerste instantie er niets over te zeggen. Toen Zoeller hem opbelde, belde Tiger hem niet terug. In een verklaring bood Zoeller zijn excuses aan en beweerde dat zijn opmerkingen niet racistisch bedoeld waren. ‘Het is jammer dat wat ik als grapje bedoeld had, verdraaid is tot iets heel anders; maar ik bedoelde er niets mee en het spijt me als ik iemand ermee gekwetst heb. Als Tiger hierdoor beledigd is, bied ik hem bij dezen mijn excuses aan.’
Terwijl Zoellers verklaring door de media werd opgepikt, vloog Tiger naar Chicago voor een interview bij Oprah Winfrey dat later die week uitgezonden zou worden. Zijn vader vergezelde hem op het podium. Tiger had verwacht vragen te krijgen over racisme, maar Oprah verraste hem door een brief die Earl aan hem geschreven had, hardop voor te lezen.
Lieve Tiger,
Je bent mijn kereltje. Het kostbaarste wat ik heb. God heeft je aan me geschonken om je te koesteren, op te kweken en tot bloei te laten komen. Jouw belang heb ik in mijn leven altijd boven alles gesteld, en dat zal altijd zo zijn. Je betekent meer voor me dan het leven zelf. Ik herinner me dat ik je geleerd heb dat je best mocht huilen. Dat mannen huilen. Dat het geen teken van zwakte is, maar een teken van kracht…
Ik geef al mijn vermogen om te delen en me om anderen te bekommeren aan jou door. Ik besef dat je een onmetelijk grotere capaciteit en gave hebt om deze filosofie door te voeren in de wereld van vandaag. Ik vertrouw erop dat ik je de begeleiding en de liefde gegeven heb waarmee je die missie dan kunt uitvoeren. Wat God met je voor heeft, weet ik niet. Dat is niet aan mij. Het was mijn taak je voor te bereiden. Ik vertrouw erop dat ik die taak naar beste kunnen heb volbracht. Ik weet dat je alles zult geven en dat je voor altijd mijn kereltje zult zijn.
Liefs, pa
Met de tranen op zijn wangen droogde Tiger zijn ogen af. Hij stond zichzelf zelden toe emoties te tonen, maar voor de tweede keer binnen acht dagen verscheen hij huilend op de buis. Het was ongetwijfeld een ongebruikelijke en overweldigende gewaarwording. Binnenshuis was Earl karig met uitingen van liefde of genegenheid. Maar nu maakte hij die duidelijk kenbaar via Oprah, en voor de ogen van miljoenen kijkers bovendien.
Oprah sprak ook met Tiger over zijn afkomst en vroeg of het hem stoorde dat hij als Afro-Amerikaans betiteld werd. ‘Ja,’ zei Tiger. ‘In mijn jeugd heb ik deze naam bedacht: ik ben Cablinaziatisch.’ Deze term hadden hij en een paar van zijn vrienden gebruikt toen hij aan Stanford studeerde. ‘Ik ben gewoon wie ik ben,’ vertelde hij Oprah. ‘Wie je tegenover je hebt.’
Tiger dacht niet dat hij daarmee de zwarte bevolking afviel, evenmin probeerde hij mensen van zich te vervreemden. Maar zijn opmerkingen bewezen dat hij nog steeds aan het leren was hoe hij het beste met het stekelige onderwerp van ras in Amerika kon omgaan. Zijn meningen over diverse belangrijke sociale kwesties waren lang niet zo ver ontwikkeld als zijn golf. Hij was zo lang door zijn vaders opvattingen beïnvloed dat hij geen tijd had gehad een eigen mening te ontwikkelen, en nu hij in de schijnwerpers stond, kon hij zich geen missers veroorloven. Voordat zijn interview met Oprah uitgezonden werd, twee dagen na de opnames, zond de Associated Press in Chicago een trailer uit met de kop: ‘Tiger Woods wil niet Afro-Amerikaan genoemd worden’. Het verhaal kwam op dezelfde dag naar buiten als de verklaring van K-Mart dat ze Fuzzy Zoeller de laan uit gestuurd hadden vanwege zijn racistische opmerkingen over Tiger.
Net toen het erop leek dat hij het Jackie Robinsonfiasco achter zich kon laten, werd hij juist dieper verwikkeld in een feller debat over ras. NPR ging naar Harlem en maakte een hele uitzending rondom de slogan ‘Ik ben Tiger Woods.’ Het Congres liet weten dat er hoorzittingen gehouden zouden worden om te onderzoeken hoe de federale overheid ras mat en definieerde in aanloop naar de volgende volkstelling in de Verenigde Staten. Sommige parlementariërs waren er voor een nieuwe ‘gemengd’ categorie toe te voegen. Het tijdschrift Time besteedde vijf pagina’s aan een artikel met als titel een citaat van Tiger: ‘Ik ben gewoon wie ik ben.’ Het stuk had ook een grote foto van Tiger met zijn ouders. Hiermee omgaan was veel inspannender dan goed leren golfen.
Met tegenzin liet Tiger een verklaring uitgaan waarin hij meldde dat Fuzzy Zoellers poging tot een grap ‘grensoverschrijdend’ was. Maar Tiger had nooit zijn verontschuldigingen aangeboden aan Afro-Amerikanen voor de grensoverschrijdende grappen die verschenen waren in gq, een tegenstrijdigheid waarop meteen gewezen werd door Dave Anderson, columnist van The New York Times, in zijn stuk ‘Tiger Woods moet ook zijn excuses aanbieden voor smakeloze grappen.’ Tiger voelde zich net een boksbal, hij kreeg het van alle kanten te verduren, wat hij ook zei. Tegen de tijd dat een verslaggever van usa Today voor de zoveelste keer zijn beslissing om president Clinton af te wijzen ter sprake bracht, barstte Tiger uit.
‘Nou, allereerst had ik mijn vakantie al gepland,’ zei Tiger. ‘En ten tweede, waarom had meneer Clinton me niet vóór de Masters uitgenodigd? Als hij had gewild dat ik erbij was, had hij me beter eerder kunnen uitnodigen.’
Maar ondanks alle kritiek nam Tigers populariteit gigantisch toe. Een peiling door The Wall Street Journal/NBC News van enkele weken na de Masters liet zien dat Tiger Michael Jordan voorbijgeschoten was als de populairste sporter in Amerika. Maar 2 procent van de respondenten gaf Tiger een slecht cijfer, en volgens de peiling was hij zelfs populairder dan Norman Schwarzkopf en Colin Powell waren geweest in de eerste week na afloop van de Golfoorlog. Tiger kreeg zelfs van 74 procent van de witten in het Zuiden een goed cijfer. ‘Alleen [generaal] Robert E. Lee heeft ooit een hoger percentage positieve reacties van witten in het Zuiden gekregen,’ meldde de peiler.
Deze resultaten bevestigden een grote waarheid – voor de fans werden de zwakheden van de menselijke aard overschaduwd door overwinningen en sportieve topprestaties. Al dat gedoe over smakeloze grappen in gq, het afwijzen van de leider van de vrije wereld, zijn afwezigheid bij Jackie Robinsons eerbetoon, zijn afstand nemen van zijn Afrikaanse wortels vormden alleen maar ruis. Het kon mensen weinig schelen wat Tiger over maatschappelijke kwesties te melden had en of hij zichzelf zwart of Cablinaziatisch achtte. Zijn sportieve talent was net zo onderhoudend als dat van honkballer Babe Ruth in de jaren twintig. Telkens als Tiger een club in zijn handen had, keek het publiek ademloos toe. Het rekende erop dat er iets magisch stond te gebeuren, en meestal was dat ook zo. Dat was het enige wat er echt toe deed.