De Nederlandse Vans
Seks en drugs in Amsterdam
In Albany, niet ver van de plek waar de eerste fundamenten voor de vs werden gelegd, te beginnen met de opstart van zeventien gloednieuwe steden, waarvan de inwoners beverhuiden kochten van de lokale stammen en al snel een internationale handel in bont voor zich opeisten, woont een man die de afgelopen veertig jaar duizenden documenten naar het Engels heeft vertaald vanuit het Nederlands. Het project is nog niet klaar – bij lange na niet, want wat dr. Charles Gehring1 interessant vindt is geen recent drukwerk in eigentijds Nederlands, maar een handgeschreven taal die werd toevertrouwd aan inmiddels oeroud papier van vier eeuwen geleden. Je moet wel over een onverschrokken soort toewijding beschikken wil je zo’n taak op je nemen. Mensen zullen op je af stappen en na te hebben gehoord wat je doet zullen ze je aankijken met een blik van: ‘Ja, en?’
Charles Gehring groeide op in een stadje in Mohawk Valley, tussen de Adirondacks en de Catskill Mountains,2 omringd door ‘de Vans’, zoals hij ze noemt: mensen met een achternaam die begint met ‘van’. De Van Schaiks, Van Vechtens, Van Steenbergens, Van Valkenburgs. Allemaal herkenbare Nederlandse namen, maar, zegt Gehring, er was niemand die deze buren aanzag voor vreemdelingen of zelfs maar voormalige vreemdelingen. Sterker nog: de jonge Charles nam aan dat deze families er al generaties lang woonden, van meet af aan zogezegd, en dat was natuurlijk ook zo, want het stadje Nelliston, New York, was gesticht door Nederlanders. Daartoe behoorden de Carpenters, die uit Nederland naar Amerika waren verhuisd toen ze nog Timmerman heetten en die naam hadden vertaald, en de Coopers, die precies hetzelfde gedaan hadden met hun Nederlandse naam Kuiper.
Charles’ vader droeg zijn zoon op elke dag de kippen te voeren en als hij ze dan riep, rammelend met het bakje maïs, zei hij altijd: ‘Kip, kip, kip’, automatisch terugvallend op het Nederlandse woord voor deze vogels. Met zijn vriendjes op school speelde hij met ‘knikkers’, zoals hij ze noemde, en ontdekte dat die van klei werden gemaakt door de ‘knikkerbakker’, beter bekend als de knickerbocker. Het was mede te danken aan deze in zijn jeugd opgedane kennis dat, toen er 12.000 oude Nederlandse geschriften waren opgedoken waarop tot in detail stond beschreven hoe ‘Nieuw Nederland’ was ontstaan, Charles Gehring opveerde en aanbood dit ‘best bewaarde geheim in de geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika’ te helpen ontsluiten.
De documenten waren van hot naar her gesleept, ingepakt en meegezeuld, in schepen en vochtige kelders bewaard, soms door de ratten aangevreten of door het weer vergaan, totdat iemand van de overheid in Albany besloot dat dit wel degelijk de oudste nog bestaande documenten waren in de staat die Holland had helpen bouwen en dat ze een beter lot verdienden. Bij nadere bestudering werd al snel het belang ervan duidelijk. De overgeleverde documenten bevatten gedetailleerde recht- bankverslagen, de notulen van raadsvergaderingen, briefwis- selingen, een kadaster, notariële registers met geboorte-, huwelijks- en sterfdata en boedelbeschrijvingen die teruggingen tot begin 1600, de tijd van Joris en Catalina Rapalje, en ook de zestig jaar daarna omvatten.
Dus waar Charles Gehring tot op de dag van vandaag mee bezig is, is het destijds geschreven verslag van de geboorte van Amerika.
Ik ben zelf ook geboren in Nederland, in Amsterdam. Als ik dat opbiecht, weet ik meestal wel ongeveer hoe mensen zullen reageren. Eerst zeggen ze dat ze al zoiets vermoedden. Dat komt door mijn accent, en ik heb het opgegeven daar nog iets aan te doen. Dan glimlachen ze, want Nederlands-zijn heeft iets ontwapenends. Amsterdam heeft geen griezelige bijklank. Als Nederlanders andere nationaliteiten aanvallen, doen ze dat op het voetbalveld, de ijsbaan of, als ze Arie Luyendyk zijn, op het racecircuit van Indianapolis. Mensen over de hele wereld weten dat, vandaar die glimlach. En daarna vragen ze naar de rosse buurt of mijn verleden als wietgebruiker, of ze laten alle schroom varen en vragen naar allebei.
Zonder uitzondering zeggen ze graag nog eens Nederland te willen bezoeken, en voegen daar in één adem aan toe dat de bloemen er vast prachtig zijn. Al snel dwalen hun gedachten af naar windmolens en klompen. Niemand noemt een beroemd Nederlands bouwwerk. Dat is omdat dat niet bestaat. Parijs heeft de Eiffeltoren, Athene de Akropolis en San Francisco een piramidevormige wolkenkrabber. Amsterdam heeft geen kenmerkend bouwsel. Maar het heeft iets anders, en dat schiet iedereen gelijk te binnen. Het eerste waar een buitenlander aan denkt bij Amsterdam is het vrijzinnige en tolerante imago van de stad. Vandaar dat ze me meteen vragen naar die aan tolerantie gerelateerde maatschappelijke fenomenen als betaalde seks en drugs.
Het grappige is dat ik er ben opgegroeid met het gevoel nogal te zijn benadeeld. Nederland is krankzinnig plat en klein, krap 41.000 vierkante kilometer. Als het een Amerikaanse staat was geweest, zou het op nummer 42 komen – half zo groot als South Carolina op plek 40. Anderzijds wonen er wel 17 miljoen mensen in opeengepakt, en daarmee zou het qua bevolkingsdichtheid tot de top vijf behoren, vlak onder New York, maar ver boven Pennsylvania, Ohio en Illinois. Dat, plus het feit dat de helft van het land onder zeeniveau ligt. Wat de naam van Amsterdam – en meer – verklaart.
De stad ontstond rond een dam die was aangelegd om de rivier de Amstel in toom te houden. Er bestaat een biertje met die naam, nu eigendom van Heineken, dat in heel Amerika geschonken wordt en aanvankelijk werd gebrouwen met water uit de Amstel. Die dam in Amsterdam bestaat nog steeds, acht eeuwen nadat hij werd opgeworpen. Er is het nodige aan toegevoegd, zelfs zoveel dat de plek inmiddels is uitgegroeid tot het centrale stadsplein, waar mensen samenkomen als er iets te vieren of te herdenken valt in het openbaar. Het plein heet kortweg Dam.