Leesfragment

Leesfragment Moed

  • 20 januari 2016
  • 6m

Onlangs verscheen Moed. Verhalen van gewone mensen in ongewone omstandigheden. Vijftien auteurs, bekend en minder bekend en met een diverse achtergrond, trachten door het beschrijven van iemand die ze persoonlijk bewonderen inhoud te geven aan het begrip ‘moed’ in de samenleving.

Deze verhalen werden geschreven door:

Sanne van Heijst, Maarten Asscher, Mijke Pol, Ronald Giphart, Ybo Buruma, Marieke Meeuwenoord, Ad van Liempt, Tony van der Meulen, Kees Schuyt, Jeroen van den Eijnde, Sheila Sitalsing, Alexander Rinnooy Kan, Louis Hoeks, Jan Tromp en Clemens Graafsma.

Lees hieronder een deel uit het voorwoord.

 

Daadkracht op het juiste moment

Dit boek gaat over moedige mensen. Directe aanleiding vormt het vijfentwintig-jarig bestaan in 2015 van Nationaal Monument Kamp Vught. Inderdaad, de oorlog ligt al veel langer achter ons, maar Kamp Vught moest nog een tussenstop maken na de bevrijding. Jarenlang bestond het voormalig concentratiekamp uit niet veel meer dan een bushalte met wat restanten van gebouwen, zoals het voormalig crematorium, waar steeds meer aan geknabbeld werd. Nieuwe gebruikers namen gretig bezit van het terrein. In een deel ervan vestigde justitie zich met een gevangenis, defensie gebruikte een ander deel als kazerne en oefenterrein, en een deel werd woonoord voor gerepatrieerde Molukkers. De herinnering aan het voormalige kamp vervaagde en verdween naar de achtergrond.

In 1990 dreigden de laatste resten van dit ooit immense terrein met honderden barakken, kazernes en een eigen spoorlijn verzwolgen te worden door nieuwe uitbreidingsplannen van de nabijgelegen gevangenis. Oud-gevangenen, nabestaanden en Vughtenaren met historisch besef wisten, gesteund door de gemeente, dit lot te keren, en rond het voormalig crematorium en andere restanten ontstond het huidige herdenkings- en bewustwordingscentrum.

Nationaal Monument Kamp Vught is sindsdien door de inspanningen van bestuur, medewerkers en vrijwilligers een bloeiend herinneringscentrum met jaarlijks meer dan 70.000 bezoekers. Ruim 30.000 van hen zijn jongeren, bijna 1500 schoolklassen. Voor hen is het kamp een plek waar abstracte begrippen als onderdrukking, mensenrechten en tolerantie tot leven komen bij de dodencel, het crematorium, de fusilladeplaats of het kindermonument. Hier ervaren de zintuigen nog heel concreet begrippen als vrijheid, democratie en idealen. Niets blijkt dan vanzelfsprekend. De overgang van herdenken naar bewustwording verloopt bij jongeren naadloos. Emoties vlammen op, discussies ontbranden spontaan, vaak krijgen ze een vervolg in de klas of thuis. Ieder van de ongeveer vijftig vrijwilligers die de rondleidingen geeft, kan hier bijzondere verhalen over vertellen. Nationaal Monument Kamp Vught is daarmee een belangrijk bewustwordingscentrum voor jongeren in Nederland.

Wie er over de drempel stapt, ervaart niet alleen verdriet, woede of machteloosheid. NM Kamp Vught is ook een plek die respect, bewondering en inspiratie oproept. In belangrijke mate komt dat door de voormalige geïnterneerden. Kamp Vught was het enige ss-concentratiekamp buiten het toenmalige Derde Rijk. Het was niet alleen een doorgangskamp voor vervolgde Joden, maar werd ook gebruikt om een groeiende groep verzetsstrijders, gijzelaars en politieke gevangenen op te sluiten. Gewone mensen die het vanzelfsprekend vonden dat ze onder ongewone omstandigheden bijzondere dingen deden. Vaak eigenzinnige mensen die in woord en daad in het geweer kwamen tegen onrecht, inperking van de vrijheid of vervolging van de medemens. Met hun kleine of grote verzet toonden ze hun landgenoten dat medemenselijkheid niet te onderdrukken is.

Om deze verhalen meer aandacht te geven in de hoop dat ze ook huidige generaties inspireren, kreeg het Beleidsplan 2011-2015 van NM Kamp Vught als thema Moedige Mensen. Voor een deel was dit thema ook ingegeven door de vrees dat de opgebouwde waarden en normen na de Tweede Wereldoorlog minder stevig verankerd waren dan we gehoopt hadden. Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, het streven naar gelijkheid, een democratische rechtsorde of het ijveren voor mensenrechten: ze lijken allemaal minder vanzelfsprekend dan een aantal jaren geleden. Uitgangspunten worden niet langer door iedereen gedeeld of slechts selectief toegepast. Klassieke opvattingen, die soms teruggaan tot aan de Verlichting, worden gebruikt als het uitkomt maar met hetzelfde gemak verworpen als een ander zich erop beroept. Argumenten of inlevingsvermogen tellen dan niet meer. Een aantal fundamenten van onze samenleving lijkt op drift geraakt.

Verzet tegen deze ontwikkeling komt niet van instituties of autoriteiten, zo leert de geschiedenis. Verzet komt van individuen. Zij trotseren tegenwind, dwingen beschutting af voor de weerlozen en hameren op de fundamenten van de rechtsstaat. Moedige mensen wijzen de weg, bieden een positief handelingsperspectief en laten in hun houding en gedrag zien dat we wel degelijk iets te kiezen hebben. De geschiedenis van Kamp Vught toont aan waarom het belangrijk is een bewust burger te zijn die positief, constructief en respectvol met de samenleving en zijn medeburgers omgaat, zowel nationaal als internationaal.

Verhalen over moed

Deze bundel wil dit thema vasthouden en verdiepen: verhalen over moedige mensen wijzen de weg, vooral wanneer dit verhaal gepaard gaat met een korte reflectie op het begrip ‘moed’ in zijn vele vormen en variaties. Vijftien auteurs, bekend en minder bekend en met een diverse achtergrond, trachten door het beschrijven van iemand die ze persoonlijk bewonderen inhoud te geven aan het begrip ‘moed’ in de samenleving. De keuze van de te beschrijven ‘moedige mensen’ is met opzet aan de auteurs overgelaten, alsook de periode in de geschiedenis, het land en de politieke situatie waarin het verhaal van moed zich afspeelt.

Het heeft geleid tot een breed scala van verhalen, ongeveer gelijkelijk verdeeld over de periode van vóór (1936-1939) en tijdens de Tweede Wereldoorlog en de lange periode van na de oorlog tot en met de dag van vandaag (1955-2014). Gekozen is voor een chronologische weergave. De hoofdrolspelers van de naoorlogse voorbeelden zijn afkomstig uit alle windstreken: van China tot de Verenigde Staten en van Sierra Leone tot aan El Salvador. Historie en actualiteit vallen daarbij opvallend samen. Het boek kan dan ook van voor naar achteren of probleemloos andersom worden gelezen.

Waar het uiteindelijk om gaat in deze bundel, is het belang te laten zien van Zivilcourage, van bewuste burgers die in beslissende situaties een keuze durfden te maken. Iedere auteur beklemtoont de eigen criteria. Afzonderlijk en gezamenlijk verschaffen de bijdragen een bredere analyse van het begrip ‘moed’ in de samenleving. Zo is een verbinding te vormen tussen verleden en heden, tussen oudere en jongere generaties, tussen het oude en het toekomstige beleid van NM Kamp Vught. Ook biedt de bundel een schakel tussen heldendaden uit het verleden en alledaagse uitdagingen in de huidige samenleving. Die laat nogal eens een verbrokkeld beeld zien, met onoverzichtelijke situaties en onverwachte gebeurtenissen, waarvan we niet goed weten wat we ermee aan moeten.

Moed is een weerbarstig begrip. Het predicaat moedig mens krijg je niet zomaar. Mede omdat moed zich altijd afspeelt in de context van een gebeurtenis. Als die gebeurtenis als niet relevant of als te klein gezien wordt, wordt de moed niet erkend of blijft hangen op het niveau van het gezin of de eigen kring. Het afstaan van een nier aan een naaste vergt ongetwijfeld moed, maar zal nooit wereldnieuws worden. Ook politieke correctheid speelt een rol. Menig jihadist zal ten opzichte van zijn lotgenoten dapper gedrag vertonen in Syrië. Alleen die context wordt door de wereld niet geaccepteerd. Toen de Duitse toerist Marcel Gleffe in juli 2011 met zijn bootje tientallen jongeren uit het water oppikte die probeerden te ontsnappen aan het bloedbad dat Anders Breivik op het eilandje Utøya nabij Oslo aanrichtte, kreeg hij terecht in vele landen onderscheidingen voor zijn moedig gedrag. In 2014 en 2015 stierven duizenden bootvluchtelingen bij hun overtocht van Afrika naar Europa. Bij de reddingsacties van een aantal van deze drenkelingen is ongetwijfeld ook grote moed aan de dag gelegd. Maar de context is voor Europa en de rest van de wereld zo beschamend dat redders niet snel op het schild zullen worden gehesen. Zij zullen niet snel als Marcel Gleffe een eigen Facebookpagina krijgen. Moed is dus selectief.

Dimensies van moed

Moed kent vele dimensies. Soms zijn mensen buitengewoon geweest omdat ze tegen de gevestigde orde in durfden te gaan, een andere keer omdat ze de levens van anderen hebben gered of de groepsdruk en de bijbehorende dilemma’s hebben weerstaan. Is moed een reflex in een acute noodsituatie of een bewust gekozen handeling die goed voorbereid tot stand komt? Zijn risico’s van tevoren ingeschat of handelde men intuïtief, ongeacht die risico’s? En waar ligt het verschil tussen moed en overmoed? Er zijn dus vele vormen van moed: persoonlijke moed, zoals het weggaan uit een uitzichtloze relatie. Er is moed nodig bij het nemen van moeilijke beslissingen, zoals het ontslag van honderden werknemers. We kennen burgermoed, bijvoorbeeld door iemand te hulp te komen die lastig wordt gevallen, militaire moed op het slagveld, de moed van moral heroes als Mahatma Gandhi en Nelson Mandela, en de innerlijke moed die je vaak in overlijdensadvertenties leest: ‘na een moedig gedragen ziekbed’, een vorm van persoonlijke moed die bestaat uit het waardig verdragen van tegenslag en onvermijdelijkheid. Niet alle vormen zijn in deze bundel vertegenwoordigd. Het accent ligt bewust op de moed van burgers om op te komen voor de morele dimensie van de res publica, de publieke zaak. Moed kent vele smaken, maar ook vele bijsmaken. Moed is in, maar wie de vermeende bezitters afpelt, houdt soms weinig over. Echte moedige mensen waren en blijven schaars. De substituten daarentegen worden steeds talrijker. Met een toevoeging is het maar zelden echte moed. Wat te denken van carrièremoed, mediamoed, betaalde moed of verzilverde moed als een bekende Nederlander zijn dapperheid of noodlot weer heeft geboekstaafd. Ook kennen we verguisde moed. Oud-minister van Financiën Wouter Bos of de voormalig president van De Nederlandsche Bank Noud Wellink zullen nooit beloond worden voor de moed die ze aan de dag hebben gelegd aan het begin van de kredietcrisis in 2008. Altijd zal hun – terecht of onterecht – voor de voeten geworpen worden dat ze eerst hebben bijgedragen aan deze ontwikkelingen. Ook het begrip politieke moed kun je maar beter niet opgespeld krijgen. Te vaak betekent dit dat er water bij de wijn is gedaan.

Een heikel element van moed is dat het in de hitte van de strijd vaak wordt overtrokken. De slachting die Breivik aanrichtte op Utøya, trok massale aandacht van de media. In die maalstroom van nieuws werd Marcel Gleffe mee omhoog gezogen. De ‘veerman van Utøya’ moest in de verhalen een positief tegenwicht vormen voor alle ellende die was gezaaid. In de media zijn moedige mensen de tegenpool van het negatieve nieuws. Hoe zwaarder het vergrijp of de gebeurtenis hoe groter de held, zo lijkt het wel. Daarvoor is een eenvoudige verklaring: hoe groter de rampspoed des te meer camera’s zijn er opgesteld, naarstig op zoek naar beeld en een verhaal. Soms kan de nieuwbakken held daarvan profiteren. De aanslag in januari 2015 in Parijs op het weekblad Charlie Hebdo werd gevolgd door een gijzeling in een Joodse supermarkt door een sympathisant van de daders. Zes klanten werden door de Malinese magazijnbediende, Lassana Bathily, verscholen in een koelcel, alvorens hij zelf vluchtte via een goederenlift. Ook deze mediaheld werd door alle aandacht boven zijn eigen daad uitgetild. Dagenlang was hij in het nieuws. Er werd een petitie gestart om hem de Franse nationaliteit te verlenen, die door 300.000 mensen werd ondertekend. Het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken haastte zich daar in een officiële ceremonie gevolg aan te geven.

Moed speelt zich af in alle uithoeken van de samenleving: van politiek, geloof, kunst, literatuur en sport tot aan de wetenschap toe. De auteurs van deze bundel waren vrij om in al deze maatschappelijke sferen te zoeken naar een aansprekend voorbeeld van moed. Wel is er vanuit de redactie op aangedrongen dat het niet moet gaan over de al zo vaak beschreven iconen of om de klassieke, militaire moed op het slagveld. Die personen of gebeurtenissen zijn al te vaak geboekstaafd. Ook moet het begrip moed niet te veel geromantiseerd of verheerlijkt worden. Daarvoor vinden moedige daden te veel plaats in een nare context. Misschien is de mens wel het gelukkigst lot beschoren, als die in zijn of haar leven nooit moed heeft hoeven tonen.’