Fragment uit PS: dit is vertrouwelijk van Gerard Spong en Peter R. de Vries
11 juli 2017
Wat wonderlijk, Gerard, dat je met zo’n gezonde levenswijze toch ineens dichtgeslibde hoofdkransslagaderen hebt. Als je er nu op los geleefd zou hebben, zou dat logischerwijs de tol zijn geweest, maar dat is bij jou niet het geval. Ik beschouw het maar als een waarschuwing om altijd bij de les te blijven. Ik hoop dat je wel de tijd neemt om hier goed van te herstellen. Ik ken je een beetje… je bent iemand die graag weer full speed ahead wil en eigenlijk geen type om ziek en afhankelijk te zijn. En dus, weer sneller dan verstandig, op de barricaden staat. Klopt toch? Ik ken dat gevoel, hoor, ben er zelf ook behoorlijk mee behept.
De reden dat ik dat hier schrijf, is dat ik uit betrouwbare bron – zeg maar van een soort kroongetuige – heb vernomen dat je al weer regelmatig op kantoor bent gesignaleerd. Dat zit zo. Ik was vrijdagavond in hotel Arena in Amsterdam op het jubileumfeest van het kantoor van Nico Meijering en Bénédicte Ficq. Het kantoor bestaat dit jaar 25 jaar en er trad bovendien weer een nieuwe partner tot de maatschap toe, Christan Flokstra, in het Passageproces de rechterhand van Nico Meijering. Je kent hem ongetwijfeld. Het was reden om de naam van het kantoor te veranderen en te versimpelen. Met Flokstra erbij zou het een hele mond vol zijn: Meijering, Ficq, Van Kleef, Van der Werf & Flokstra Advocaten. Daar word je als telefoniste niet vrolijk van. Het is daarom vanaf nu kortweg Ficq & Partners, waarbij de eerdergenoemde partners hun ijdelheid hebben moeten inslikken.
Maar goed, dat terzijde, op die – gezellige – party stapte er dus een medewerker van jouw kantoor op me af. Meer bijzonderheden geef ik niet over deze kroongetuige. We hadden het natuurlijk ook even over jou en hij/zij vertelde dat je ondanks je recente hartoperatie al weer dikwijls op kantoor bent. Hij/zij liet me in bedekte termen weten dat iedereen dit wel een beetje erg snel vindt en men daarom ook een beetje ongerust is. Waarvan maar even akte. Allemaal goedbedoelde bezorgdheid, hoor!
Dus, Gerard, doe alsjeblieft kalm aan! Je herstel heeft echt tijd nodig, je hebt een openhartoperatie gehad, man! Ik zal om die reden de komende weken ook niet meer per kerende post reageren op je brieven, zodat je letterlijk en figuurlijk wat meer lucht hebt. Ontspanning & rust zijn nog altijd de meest heilzame medicijnen, denk daaraan.
Je opmerkingen of liever gezegd bemerkingen over de rol van de kroongetuige in het strafproces zijn me uit het hart gegrepen, met name die over de equality of arms. Want stel dat een terechtstaande verdachte een kroongetuige laat opdraven en aan de rechtbank laat weten dat deze na het proces een nieuwe identiteit krijgt, plastische chirurgie en een nieuw bestaan in het buitenland, dan zou daar door het Openbaar Ministerie heel veel misbaar over worden gemaakt, zo durf ik te wedden. Dan zou onmiddellijk geroepen worden dat deze kroongetuige zich voor het karretje van de verdachte laat spannen en ‘gekocht’ is. Je wijst er terecht op dat het OM dit zelf wel doet.
Ik ben eigenlijk voorstander van het Italiaanse systeem. Ze hebben daar natuurlijk veel met pentiti te maken. De regel is daar dat je tot zes maanden na je arrestatie de kans krijgt om je aan te melden als spijtoptant of kroongetuige. In die zes maanden krijg je geen dossierstukken, zodat je je niet kunt ‘inlezen’. Ik vind dat voor de zuiverheid wel zo goed. Nu zie je in het Passageproces dat kroongetuige Fred Ros na zeven jaar (!) ineens besluit dat hij toch maar kroongetuige wordt, nadat hij de dossiers over hem en zijn medeverdachten jarenlang heeft stukgelezen. Tja, wat weet je dan uit eigen wetenschap en wat weet je uit de dossiers? Ik denk dat wij ook die kant op moeten. Ik hoor nu al weer allerlei politici roepen dat de kroongetuigeregeling verruimd moet worden, zo gaat dat altijd na een succesje. Ik zou de regeling echter niet oprekken, maar eerder aanscherpen en perfectioneren.
Grappig dat je Joris Demmink weleens tegenkwam in een Haagse gaykroeg. Was zeker in de tijd dat je nog kantoor hield in Den Haag? Hoe ging dat dan? Zeiden jullie elkaar dan gedag? ‘Goedenavond meneer Spong, u ook hier?’ Zoiets? Of bleef het bij een minzaam knikje van herkenning?
Ik moest vandaag trouwens toevallig denken aan de eerste keer dat ik jou ‘live’ heb zien pleiten. Dat was begin jaren tachtig in de oude rechtbank aan de Prinsengracht in Amsterdam. Jij stond, young & bright, de Amsterdamse onroerendgoedhandelaar Ronald van der Putte bij, die van valsheid in geschrifte werd beschuldigd bij de verkoop van een voormalig kantoor van de Rijkspostspaarbank in de hoofdstad. Je veegde de vloer aan met de officier van justitie en Van der Putte werd op alle punten vrijgesproken. Ik kende hem goed en was er als verslaggever bij.
Ik herinner me nog dat er in de zaak sprake was van een onjuiste mededeling door het Openbaar Ministerie. De officier excuseerde zich ervoor, maar bagatelliseerde het voorval. Op een manier die je later zou kenmerken greep je meteen je kans. Je interrumpeerde: ‘Voorzitter… als het Openbaar Ministerie een verkeerde mededeling doet heet het een foutje, een vergissing of een verschrijving… maar als mijn cliënt zo’n onjuiste mededeling doet is het meteen valsheid in geschrifte…’ Vol in de roos. Ik weet nog dat we daarna bij Dikker & Thijs, naast de rechtbank, met zijn drieën wat gingen drinken, iets waarvan ik nu weet dat je dit eigenlijk liever niet doet. Van der Putte was laaiend enthousiast over je: ‘Zo’n goede advocaat heb ik nog nooit gehad. En weet je wat het mooie is’, zo zei hij enigszins verbaasd, ‘ik krijg ook een keurig tot op tien minuten gespecificeerde rekening van hem.’ Het waren kennelijk nog tijden waarin advocatenfacturen vaak met een natte vinger tot stand kwamen, zeker bij gefortuneerde onroerendgoedmagnaten die werden vrijgesproken. Herinner jij je deze zaak nog, Gerard? Het is pakweg vijfendertig jaar geleden, maar zo lang kennen wij elkaar dus al. Oók een aardig jubileum.
Beste groet,
Peter
12 juli 2017
Beste Peter,
De oorzaak van dichtgeslibde aderen is in de medische wetenschap helaas ten dele bekend. Roken, drinken, erfelijke factoren en overgewicht zijn de bekendste, maar daarmee zijn niet alle gevallen – zoals het mijne – te verklaren. Ik ben er ook mee opgehouden in mijn geval naar een oorzaak te zoeken. Ben veel te blij dat ik er bijtijds bij was en ik me beter voel. Ik doe ook kalm aan. Gisteren sloeg ik bijvoorbeeld een verzoek van Eva Jinek om in haar uitzending over Wimbledon te praten af. Mijn partner en kantoorgenoten houden me verder goed in de gaten om te voorkomen dat ik niet stiekem te veel achter m’n bureau zit. En verder heb ik het afgelopen weekend genoten van een zomerse zondag en Surinaamse barbecue bij familie van Noraly Beyer. Hoe het ook zij, jouw kroongetuige die je informeerde over mijn gezondheid is zonder meer betrouwbaar, maar ik zou zijn verklaring toch maar niet voor het bewijs gebruiken dat ik te snel aan het werk ga.
Van meer bronnen heb ik vernomen dat het jubileumfeest van – thans – Ficq & Partners zeer geslaagd was. Ik vind het een goede naamkeuze. Kort en krachtig en zo straalt de naam de kwaliteit van het kantoor uit.
Het Italiaanse systeem van kroongetuigen waarnaar je verwijst heeft inderdaad het voordeel dat zonder schriftelijke kennis van het dossier een verklaring wordt verkregen. Dit laat evenwel onverlet dat mede door de vraagstelling en het repeterende karakter van de vragen de kroongetuige een bevroren en goed ingestudeerd verhaal kan opdissen. Uit onderzoek is gebleken dat de informatie van veel kroongetuigen bestaat uit self glorifying fantasies en even leek het erop alsof het gerechtshof in de Passagezaak die kant op zou redeneren met de overweging dat de getuigen La Serpe en Ros allesbehalve koorknapen zijn en de rechter daarom extra alert zal dienen te zijn op het risico dat onware verklaringen worden afgelegd.
In dit verband trof mij dat het Hof sprak over getuigen die zich hebben opgehouden in een onderwereld, waar bepaalde andere codes en gedragsregels gelden dan in de bovenwereld. Het onderscheid tussen onderwereld en bovenwereld acht ik weinig gelukkig. Ik wil graag erkennen dat een wereld waarin het plegen van moorden en andere geweldsdelicten aanvaardbaar is het summum van losgeslagen moraliteit behelst, maar het gebrek aan moraliteit in de wereld van de zogeheten haute finance waarin de levens van mensen via oplichting en frauduleuze praktijken worden vernietigd en soms mensen in wanhoop tot zelfmoord worden gedreven, verschilt wat mij betreft slechts in geringe mate van die zogeheten ‘onderwereld’. Wat dit aspect betreft heeft de Amerikaanse superoplichter Bernard Madoff terecht een levenslange gevangenisstraf gekregen.
Verder ben ik ook zeer benieuwd of de sombere voorspelling van Nico Meijering en zijn kantoorgenoot Flokstra in NRC Handelsblad dat de uitspraak van het Hof een escalerend effect op het aantal liquidaties zal hebben uitkomt. Ik vond de timing van dat interview niet zo gelukkig. Nu kwamen ze vanwege het korte tijdsbestek tussen uitspraak en interview over als slechte verliezers. Dit beeld werd nog versterkt door het gebrek aan feitelijke onderbouwing van voormeld escalerend effect. In buitenlandse kroongetuigestelsels is dit effect in ieder geval, voor zover mij bekend, niet geconstateerd. In Italië is wel een ander effect waargenomen, te weten wraak op familieleden van een kroongetuige/pentiti. Nadat de beroemdste pentito, Thomasso Buscetta, die in 1984 tegen de maffia begon te verklaren, bij de rechtbank had getuigd, werden 33 van zijn familieleden, onder wie zijn vrouw en zoon, vermoord. Een andere beroemde Siciliaanse spijtoptant, Francesco Marino Mannoia, heeft moeten ondervinden dat eerst zijn moeder, toen zijn broer, zijn zuster alsook een oom en tante werden vermoord. Dergelijke wraakacties zijn voor zover ik het kan zien tot Italië beperkt gebleven. Ook in ons land zijn tot dusverre zodanige acties al dan niet in mildere vorm uitgebleven. Maar spannend is het nu wel, omdat het in de Passagezaak voor het eerst draaide om levensdelicten.
Ja, ja, mijn ontmoetingen met Joris Demmink zal ik niet gauw vergeten. We tutoyeerden elkaar en wisselden amper oppervlakkige kroegpraat met elkaar uit. Wat dat betreft – en dat siert hem – was hij zo professioneel om de minste en geringste toespeling op een juridisch onderwerp te vermijden. Joris had wel een goede amoureuze smaak: hij had namelijk een oogje op mijn partner.
Ik sta ten slotte verbaasd dat je je de zaak van mijn toenmalige cliënt Ronald van der Putte zo goed weet te herinneren. Hij staat me nog goed voor de geest. Een tikkeltje rondborstig, joviaal en met een Amsterdams accent, goed van de tongriem gesneden. De zaak herinner ik me nog vaag. En Van der Putte heeft met kerstkaartjes nog vele jaren zijn dankbaarheid laten blijken. Ons jubileum gaan we gauw vieren!
Hartelijke groet,
Gerard