Leesfragment

‘Wachten jullie op mij?’ Etty Hillesum in beeld

  • 6 december 2016
  • 1m

Fragmenten uit ‘Wachten jullie op mij?’ Etty Hillesum in beeld, samengesteld door Ria van den Brandt en Klaas A.D. Smelik.

‘Wachten jullie op mij?’ schreef Etty Hillesum op een briefkaart die uit de rijdende trein werd gegooid, toen zij met 986 lotgenoten naar Auschwitz werd getransporteerd. Zij kwam niet meer terug: zij werd het slachtoffer van het Massenschicksal, waarover zij in haar dagboeken en brieven heeft geschreven. Maar sinds de publicatie van Het verstoorde leven in 1981 hebben haar nagelaten geschriften mensen over de gehele wereld geboeid, geïnspireerd of juist tot tegenspraak geprikkeld.

Met dit boek willen wij de leefwereld van deze Joodse vrouw oproepen door beeld en geschrift.

‘Ik hoop, dat ik alles mag onthouden uit deze tijd en dat ik er later iets van mag vertellen. Het is alles heel anders, dan het in de boeken staat, heel anders. Ik kan niet schrijven nog over de duizend details, die ik dagelijks meemaak, ik zal ze wel graag willen onthouden. Ik merk van mezelf: mijn opmerkingsgave registreert alles zo feilloos en nog met een aparte vreugde daaraan. Bij al het ondergáán van de dingen, bij al mijn vermoeidheid, lijden en wat je maar wilt, blijft toch altijd nog dit: mijn vreugde, de vreugde van de kunstenaar, om de dingen waar te nemen en in zijn geest om te vormen…’ (7 juli 1942)

Etty Hillesum

Etty Hillesum (1914-1943).

‘Als kind begon ik ieder ogenblik een “nieuw leven”. Dat had dan meestal betrekking op snoepen en neuspeuteren. Op 1 Januari begon ik helemáál van voren af aan. Maar 2 Januari zat ik al weer in die neus. Maar 15 Jan. was ik Goddank jarig en dan kon ik weer helemaal opnieuw beginnen en voor die 14 dagen stond ik mezelf dan heel grootmoedig toe zo hard te zondigen als ik wilde, de 15de begon ik tòch weer opnieuw.’ (24 september 1941)

Etty Hillesum

Etty Hillesum (vooraan) in haar klas; Graaf van Burenschool, Deventer 1926.

‘Moeder is voor mij het voorbeeld, hoe ik niet worden moet. Daar is ze nu, goed gekleed, bijna elegant, jong voor haar 60 jaren, levendig, vitaal, maar ik weet, dat ze dit maar bij momenten is. Die éne dag opgeschroefde vitaliteit moet ze weer betalen met zich dagen lang slecht voelen. Ongeregeld leven, zuchten en klagen over haar vermoeidheid en daar de hele sfeer in huis mee bedervend en haar leven lang al bedorven hebbend. Zoals ze er nu bijloopt, is eigenlijk bedrog. Het lijkt veel meer dan het is. Ze is er dan voor één dag, maar voor de rest is ze er niet, is ze onbruikbaar, is ze domweg iemand anders, een vat vol van de onmogelijkste psychologische verwikkelingen.’ (30 oktober 1941)

Etty Hillesum

De familie Hillesum in 1931. Van links naar rechts Etty, Riva Hillesum-Bernstein, Mischa, Jaap en Louis Hillesum.

‘Ik zeg tegen mezelf: rustig toch alsjeblieft kind, waarom laat je je zo emotioneren door een juffrouw met een glad jongenshoofd, een broek aan en doordringende blauwe ogen, die russisch bij je leren wil?’ (29 maart 1942)

Etty Hillesum

Alida Gerrigje (Swiep) van Wermeskerken (1907-1992).