Leesfragment uit Het antirimpelcomplex van Robin van Wechem
Zonnebrandwitje
Als het weer tijd is voor zonnebrandcrème, ga ik op zoek naar
een product met een fysisch filter. In de winkel twijfel ik tussen
factor 20 en 30. De verkoper legt uit dat de factor alleen zegt hoelang
je in de zon kunt blijven zonder te verbranden. Als je zonder
zonnebrand twintig minuten in de zon kunt blijven voordat
je verbrandt, dan geeft een factor 10 je tien keer twintig minuten
uitstel van verbranding. Met een hogere factor ben je dus niet
zozeer beter als wel langduriger beschermd.
De verkoper vindt de trend om overal zonnefilters in te doen
ronduit dom. Alleen van mei tot en met augustus is de zon in
Nederland sterk genoeg om een effect te hebben op de aanmaak
van vitamine D, zegt hij. In die vier maanden moeten we genoeg
zon binnenkrijgen om voor het hele jaar vitamine D aan te maken.
Dat betekent niet dat je continu moet bakken. Dagelijks een
halfuur zon op je handen en je gezicht lijkt hem voldoende. Ik
koop de crème met factor 30, waarschijnlijk toch voor een gevoel
van optimale bescherming, zoals ze in reclames zeggen. Hoewel
de verkoper wat op mijn hand heeft gesmeerd, heb ik me niet
gerealiseerd dat het witte laagje niet intrekt.
Een maand later trek ik op een zonnige dag vol goede moed de
tube uit mijn tas. Ik smeer mijn gezicht ermee in en kijk naar
mijn spierwitte handen. Mijn vriendinnen proberen tevergeefs
hun lachen in te houden. Ik ben veranderd in een spook, of een
geisha. Ik laat me niet ontmoedigen en denk dat het wel minder
wordt. Normale zonnebrand moet je regelmatig opnieuw
opsmeren omdat het in je huid trekt, dus dat geldt voor deze
zonnebrand misschien ook. Niet dus. Mensen op straat kijken
me onderzoekend aan. Op de wc van een café schrik ik van mijn
spiegelbeeld. Natte papiertjes met wat handzeep helpen niet. De
rest van de middag ben ik Zonnebrandwitje.
Deze ervaring kan genoeg zijn om voor altijd te stoppen met
mijn mislukkende (eco-)experimenten. Toch geef ik het niet op.
Drie maanden later smeer ik me op de eerste dag van mijn
vakantie met een vergelijkbaar product in en verander ik in
een wandelend lijk. Mijn handdoek zit vol witte vlekken en
zelfs na vier keer zwemmen in zee ben ik nog even zombieachtig.
’s Avonds schrob ik me een halfuur met zeep. Ik had
nooit gedacht dat ik zo blij kon zijn met mijn herwonnen begin-
van-de-vakantie-witheid. De rest van de vakantie zit ik onder
de parasol.
Slim uit de zon
Niet in de volle zon zitten is precies wat deskundigen aanraden.
Judith Krauwel vindt het een kwestie van evenwicht. Er is bloot-
stelling waar je niet aan ontkomt en blootstelling waar je vrijwillig
voor kiest. Het is niet nodig om de hele dag in de zon te
gaan liggen om elke straal op te vangen, omdat je dan veel meer
straling binnenkrijgt dan je nodig hebt om vitamine A en D aan
te maken. Als je op het strand bent, kun je het beste onder de
parasol zitten. Want zonnefilters zijn zeker niet zaligmakend.
Dokter Goossens wijst op de kans op allergie. Zonnefilters zitten
in vrij hoge concentraties in veel verschillende producten,
wat de kans verhoogt dat mensen daar last van krijgen. Als een
zonnefilter dat op de huid is gesmeerd in contact komt met de
zon, kan dat ook aanleiding zijn voor een allergische reactie (fotoallergie).
En aangezien een zonnefilter afbreekt onder invloed van zonlicht,
kunnen in dat proces chemische verbindingen ontstaan
die eveneens allergische reacties kunnen veroorzaken. Daarom
moet je je regelmatig opnieuw insmeren en mag je geen
zonneproducten in de zon bewaren, want dan gaan ze kapot.
Hoewel chemische zonnefilters zijn bedoeld om op de huid te blijven
liggen, lukt dat nooit helemaal. Elk zonnefilter kan door de buitenste
huidlaag naar binnen dringen en allergie veroorzaken.
Als me na dit deel van mijn onderzoek íéts duidelijk is geworden,
is het dat antirimpelcrème je reinste make-belief is.
Ook cosmeticaproducten met een zonnefilter zijn niet zonder
mogelijke bijwerkingen. Behalve dat ze allergie kunnen veroorzaken,
is het maar de vraag of ze goed genoeg werken (dat wil zeggen: op de
huid blijven liggen) om langdurig te beschermen tegen uv-straling.
Het voorkomen van zonnebrand in je kinder- en tienerjaren
is de grootste uitsteller van huidveroudering, samen met het
vermijden van (mee)roken en alcoholgebruik. Verbranden en
meeroken zijn nu precies dingen die je in je jeugd overkomen en
waar je in je volwassen leven niets meer aan kunt doen. Je kunt
huidveroudering niet terugdraaien, net zoals je de tijd niet kunt
terugdraaien. We worden allemaal ouder, of we willen of niet.
De vraag is hoe we daarmee omgaan.
De mantra van de cosmetica-industrie is dat producten beter
zijn dan huideigen processen. De industrie wil dat we die processen
wantrouwen, beïnvloeden, omkeren, stopzetten, manipuleren.
Dat willen we zelf soms ook, al kan dat niet. Trek je
portemonnee en je rimpels zullen een paar uur verdwijnen.