‘Hij loopt niet in de rails van de ambtenaar en werkt niet aan zijn imago, zoals de politicus. Hij is een zakenman,’ aldus Emma van Hall-Nijhoff vlak na het gedwongen aftreden van haar man Gijs van Hall als burgemeester van Amsterdam. De gevierde verzetsstrijder Van Hall, burgemeester tussen 1957 en 1967, was door de regering naar huis gestuurd. Een unicum! Het waren echter ook unieke problemen die Gijs van Hall onvoldoende had weten te beteugelen: Provo, het omstreden huwelijk van Beatrix, het bouwvakkersoproer en een geweldsfetisjist als politiecommissaris.
Als telg van een negentiende-eeuwse Amsterdamse patriciërsfamilie, opgevoed in een liberaal en rijk grachtengordelmilieu, meende Van Hall dat zijn familienaam de reden was van alle kritiek: ‘Alleen omdat ik een “Van Hall” ben, zegt men dat ik een regentenmentaliteit heb. Als ik Pieterse had geheten zouden ze daar eenvoudig niet over gedacht hebben.’ Was Van Hall inderdaad de dupe van zijn eigen familiegeschiedenis? En was die geschiedenis een excuus voor de problemen tijdens zijn burgemeesterschap? Regering en protesterende jongeren vonden van niet. Vastberaden en eensgezind wilden zij maar een ding: Van Hall – ten val! In deze meeslepende en genuanceerde biografie stelt Dirk Wolthekker de vraag of deze eis wel terecht was.
Een fragment uit Alleen omdat ik een Van Hall ben leest u hier.