Ik droom mij Europa als gave en opgave. De gave van de eeuwenlange cultuur, het getalenteerde kind uit het huwelijk van Jeruzalem en Athene dat de weg gevonden heeft naar Rome en van daaruit naar het westen en het noorden, het oosten en de rest van de wereld. De opgave om ondanks de verschrikkingen van de twintigste eeuw en in weerwil van het voortschrijdend Amerikanisme en de gelukzalige globalisering die ons omvat zich te bezinnen op al hetgeen aan Europese talenten te koesteren is en daarom uit te dragen.
De wortels van Europa zijn niet alleen jodendom en Griekse cultuur maar evenzeer het uit beide voortgekomen christendom dat de Verlichting heeft mogelijk gemaakt en nu daaraan haar grenzen stelt. Europa zonder herinnering aan het christendom wordt een werelddeel zonder hart.
Zich herinneren gaat evenwel zeer wel samen met bij de tijd zijn. Het gaat niet om terugkeer naar Middeleeuwen en Renaissance. Het gaat om vreedzaam samengaan in dit zich verjongende continent van vrij verkondigen van onderscheiden levensovertuigingen – geschoold in de beste traditie van humaniteit, beschaving en verdraagzaamheid. De wil in onderling verschil samen aan het ene Europa een gezicht te geven geldt wellicht weldra economie en politiek maar behoeft daarenboven als fundament de eigen cultuur.