Een gemeentehuis gaat in vlammen op, burgemeesters worden bedreigd, gemeenteraden geïnfiltreerd. Schatrijke criminelen financieren sportclubs. In volkswijken zijn drugsbazen de nieuwe welzijnswerkers. Als een Turkse jongen op straat wordt neergeschoten, komt Satudarah het verkeer regelen. Dat is de achterkant van Nederland.
Criminele netwerken hebben een veel grotere greep op het openbare leven dan velen van ons willen geloven. Is het echt zo erg? In Nederland? Dit boek is uit het leven gegrepen. Zegt een burgemeester: ‘Hier in het dorp rijden mensen rond in vreselijk dikke auto’s, hun arm vorstelijk buiten het raam gestoken. Ze willen maar één ding laten zien: wij zijn hier de baas.’
Er is in ons land een weerbare onderklasse ontstaan met een uitgesproken afkeer van elites. Die onderklasse geeft een eigen invulling aan het voornaamste leerstuk van de liberale samenleving: zelfredzaamheid. De VOC-mentaliteit bestáát – de Verenigde Ondermijnende Criminaliteit. Voorlopig heeft de logge overheid het nakijken.