Begin maart 1943, wanneer de jodendeportaties in Nederland enige stagnatie vertonen, besluit de Duitse bezetter het premiewapen in te zetten. Een groep van dertig, later vijftig, Nederlandse collaborateurs wordt vrijgesteld voor de betaalde jodenjacht. Deze leden van de ‘Colonne Henneicke’ krijgen zeven gulden vijftig per ingeleverde jood. Op deze manier sporen de Nederlandse jagers tussen de acht- en negenduizend slachtoffers op, van wie de meesten in de vernietigingskampen terechtkomen.
Twee decennia na eerste publicatie is Kopgeld van Ad van Liempt nog altijd een verbijsterend, adembenemend en veelgelezen boek, vol schokkende feiten en huiveringwekkende details. Het schetst een beklemmende wereld: gewone Nederlandse mannen, maatschappelijk mislukt, bleken bereid uit zucht naar macht en welstand hun joodse landgenoten uit te leveren aan de Duitsers.
Ad van Liempt brengt een van de zwartste bladzijden uit onze geschiedenis tastbaar dichtbij.