Na zijn rampzalige Russische veldtocht van 1812 verzwakte Napoleons keizerlijke greep op Europa. Wat volgde was een schaamteloos gegraai om territorium door de machtigste staten van toen. De uitkomst, vastgelegd op het Congres van Wenen in 1815, bepaalde de grenzen van het moderne Europa.
De belangrijkste beslissingen werden genomen door tsaar Alexander I van Rusland, de Oostenrijkse kanselier Metternich, de Duke van Wellington, de Franse diplomaat Talleyrand en door Napoleon zelf, maar de voorstelling van hoffelijke staatslieden in elegante Weense salons die velen daarbij hebben is verre van correct. Veel cruciale kwesties werden besloten op het slagveld of gewoon langs de kant van de weg.
De ondergang van Napoleon beschrijft hoe het nieuwe Europa werd gesmeed door mannen in de greep van angst, hebzucht en lust, in een verdorven atmosfeer waarin seksuele gunsten net zo gemakkelijk werden verhandeld als provincies. Nu eindelijk een midprice-editie van dit even overtuigende als meeslepende meesterwerk van de auteur van het fameuze 1812.